Begroting 2017

Financiële knelpunten en ambities 2017

In het volgende overzicht staan alle knelpunten opgenomen die geïnventariseerd zijn bij de begroting 2017.

Knelpunten (bedragen x € 1.000)

2017

2018

2019

2020

19. Financiering teamleider OOV

-115

-115

-115

-115

20. Verhoging Energiebelasting

-70

-70

-70

-70

21. Netwerkregie-organisatie Gemeenschappelijke Backoffice Inkomen 

-70

22. Bijzondere Bijstand

-1.400

23. Schuldhulpverlening 

-318

-318

-318

-318

24. Verbeterplan Veilig thuis Groningen

-178

-178

-178

-178

25. Groot onderhoud en vervangingen (incidenteel)

-358

-776

Groot onderhoud en vervangingen (structureel)

-274

-543

26. Campusdiep

-120

-120

-60

27. Plankosten Spoorse projecten en Oosterhamrikzone/ Gerrit Krolbrug

-1.350

28. Terugloop omzet detachering SW

0

0

-100

-200

29. Bijdrage in uitvoeringstekort oud iederz

-400

-400

-400

-400

30. Onderhoud Martiniplaza

-915

-1.495

 -1.495

-1.495

31. Aanpak kindermishandeling

-300

32. Grondexploitaties

 -1.350

33. Tekort Sociaal domein

-2.359

-3.117

-2.161

-1.082

34. Doorwerking bezuiniging Outsourcing ICT naar tarieven

-95

-731

-1.116

Doorwerking bezuinigingen op de organisatie naar tarieven

-480

-830

-1.090

-1.090

35. Implementatiekosten grenscorrectie Meerstad

-180

36. Ruil incidenteel/ structureel

-180

-180

-180

-180

37. Halveren taakstelling MKBA

-1.000

-1.000

-1.000

Knelpunten

-9.785

-7.918

-8.530

-8.563

Knelpunten tlv weerstandsvermogen
(bedragen x € 1.000)

2017 

2018 

2019 

2020

38. Outsourcing ICT

-3.978

-5.969

-2.661

-1.348

39. Noordelijk Belastingkantoor

-750

Gemeentelijke aandeel frictiekosten Noordelijk belastingkantoor

-2.655

-160

-160

40. Niet realiseren verlaging uitgaven door uitvoering MKBA

-2.000

Knelpunten ten laste van weerstandsvermogen

-9.383

-6.129

-2.821

-1.348

Ambities (bedragen x € 1.000)

2017 

2018

2019

2020

41. Financiering extra capaciteit zware criminaliteit

-180

-180

-180

-180

42. Professionalisering evenementen

-50

-50

43. Uitbreiding formatie ombudsman

-58

-58

44. Bevrijdingsfestival

-50

-50

-50

-50

45. Nieuwjaarsfeest

-50

-50

-50

-50

46. Toevoeging Stedelijk investeringsfonds

-1.526

47. Aanvullen egalisatiereserve VSD

-2.000

-500

-500

-2.000

48. Gebiedsgericht werken

-1.000

-500

-500

-500

49. Verrekening weerstandsvermogen

-93

13

59

-311

Ambities

-5.007

-1.375

-1.221

-3.091

Totaal knelpunten en ambities

-24.175

-15.422

-12.572

-13.002

19. Financiering teamleider OOV   
Op het gebied van openbare orde en veiligheid zien we de taken en complexiteit voor de gemeente toenemen. De burgemeester heeft hier op stedelijk, regionaal en nationaal niveau een belangrijke rol. Daarom is gekozen voor een stevige inhoudelijke aansturing van het team OOV en een inhoudelijk aanspreekpunt voor de burgemeester. De kosten zijn € 115.000 structureel.

20. Verhoging energiebelasting
Voor de uitvoering van het programma Sport en bewegen is het noodzakelijk sportaccommodaties beschikbaar te stellen. Dit brengt ook kosten voor het gebruik van energie met zich mee. Op het energieverbruik wordt een verhoging van de energiebelasting doorgevoerd. Dit doet zich vooral voor bij de zwembaden. De kosten zijn € 70.000 structureel.

21. Bijdrage netwerkregie-organisatie Gemeenschappelijke Backoffice inkomen
Bij de uitvoering van de bijstand wordt landelijk gewerkt aan de ontwikkeling van een gemeenschappelijke backoffice inkomen (GBI). De gemeente Groningen is één van de deelnemende gemeenten. De kosten van de netwerkregie-organisatie GBI wordt op basis van het aantal inwoners over de deelnemende gemeenten verdeeld. Voor de gemeente Groningen is de bijdrage voorlopig vastgesteld op € 70.000 per jaar. De kosten vanaf 2018 betrekken we bij de besparing die we verwachten te realiseren door de vorming van de GBI. De kosten voor 2017 vormen nog een knelpunt.

22. Bijzondere bijstand
In 2015 hadden wij een tekort op de bijzondere bijstand van € 1 miljoen. De stijging deed zich vooral voor op het gebied van bewindvoering en aanvullende bijstand. In de eerste maanden van 2016 zien we een verdere stijging van € 60.000 ten opzichte van dezelfde periode in 2015. Als deze lijn zich doorzet verwachten we in 2017 een tekort van € 1,4 miljoen. Op dit moment is niet duidelijk of er voor deze problematiek aanvullende middelen vanuit het rijk komen. Vooralsnog gaan we ervan uit dat dit probleem zich niet meerjarig voordoet.

23. Schuldhulpverlening
We zien binnen de activiteiten van schuldhulpverlening op meerdere onderdelen knelpunten ontstaan als gevolg van extra instroom van klanten. Ook de dienstverlening in de wijken draagt hieraan bij. Onderstaand geven we een korte toelichting voor de verschillende onderdelen.

Het aantal aanmeldingen voor de eurocoach (consulent speciaal gericht op jongeren met schulden) ligt hoger dan we op dit moment aan kunnen. Om de toenemende vraag te kunnen bedienen is extra formatie nodig. Hiermee kan de wachtlijst worden weggewerkt. Voor de Schuldregeling is het aantal klanten de afgelopen maanden gestegen. Daarnaast verwachten we ook in de komende maanden nog een stijging. Ook hiervoor hebben we extra formatie nodig. Het aantal klanten budgetbeheer is de afgelopen maanden met meer dan 40% gestegen. Hierdoor is vertraging opgelopen in het opstarten van de instroom in budgetbeheer. We verwachten dat de toename zich dit jaar voortzet. Vertraging brengt onnodige maatschappelijke kosten met zich mee. Voor de opvang van de stijging van het aantal budgetklanten is een uitbreiding van formatie nodig.

Om de ambities uit het Plan schuldhulpverlening 2016-2020 en het Preventiejaarplan 2016 te kunnen verwezenlijken is extra formatie voor preventie nodig. In totaal denken we 4,5 FTE extra formatie nodig te hebben. De kosten hiervan zijn € 318.000. Om inzicht te krijgen in de kosten en baten gaan we een business case opstellen voor (preventie) schuldhulpverlening.

24. Verbeterplan Veilig thuis Groningen
In oktober 2015 heeft de landelijke inspectie onderzoek gedaan naar het functioneren van Veilig Thuis Groningen. Uit het rapport blijkt dat Veilig Thuis Groningen op 11 van de 24 punten onvoldoende scoort, zoals op de 24/7 bereikbaarheid en beschikbaarheid, op de registratie van meldingen en op de capaciteit om alle meldingen aan te kunnen. Er ligt nu een verbeterplan met diverse maatregelen. Een belangrijke constatering is dat er zowel op meldingen huiselijk geweld als op meldingen kindermishandeling meer uitvoeringscapaciteit nodig is.
Veilig Thuis wordt gefinancierd vanuit jeugdbudgetten (via de RIGG) en vanuit de WMO (Decentralisatie uitkering huiselijk geweld). Voor het Wmo deel bedraagt het tekort voor de gemeente Groningen € 178.000 structureel.

25. Groot onderhoud en vervangingen voorzieningen openbare ruimte
De komende jaren zijn diverse voorzieningen in de openbare ruimte aan vervanging toe. De kosten voor onderhoud in de eindfase worden te hoog of de voorziening is technisch afgeschreven. De onderhoudsbudgetten zijn niet voldoende om deze vervangingsinvesteringen te kunnen dekken. Daarnaast constateren we knelpunten en risico’s op het gebied van groot onderhoud. In 2011 is een inventarisatie gemaakt van het aanvullend  groot-onderhoud en de vervangingen die in de periode 2012 – 2021 nodig zijn. Deze periode is verlengd tot 2022. Vanaf 2012 zijn middelen beschikbaar gesteld waarmee de maatregelen tot en met 2018 kunnen worden uitgevoerd.
Na 2018 zijn geen middelen meer beschikbaar voor investeringen in groot onderhoud en vervanging. Het betreft een structurele component voor vervangingsinvesteringen en een incidentele component voor groot onderhoud.
Het gaat om vervanging en groot onderhoud van het openbaar verlichtingsnet, beweegbare bruggen en viaducten, verharding, speeltoestellen en openbare recreatievoorzieningen.

Er is voor de jaren 2019 en 2020 samen een bedrag van € 10,399 miljoen nodig voor vervangingsinvesteringen. De kapitaallasten daarvan zijn € 0,543 miljoen. Daarnaast is in 2019 en 2020 nog € 1,677 miljoen incidenteel nodig voor groot onderhoud. De incidentele middelen in 2019 en 2020 en de vrijval van de eerste jaarschijf van de structurele bedragen tellen samen op tot € 1,677 miljoen (0,358 + 0,274 + 0,776 + 0,269 = 1,677, zie ook knelpunt 3).

26. Campusdiep
In de begroting 2016 is een bedrag van ruim € 700.000 opgenomen voor diverse vormen van kwetsbare jongeren huisvesting. Dit is exclusief het onderdeel Campusdiep dat de afgelopen jaren uit incidentele budgetten Participatie, Armoede en Opvang is gedekt. Hier zitten jongeren die zijn of dreigen af te glijden (geen werk, schulden, stop school). Door de nieuwe beleidskaders kan het niet meer worden gedekt uit de budgetten Armoede en Participatie. Nieuwe wegen onder de WMO worden onderzocht.
Er wordt tegelijk onderzocht en overlegd hoe het Campusdiep effectiever kan worden ingezet. Dit kost tijd en in de tussenliggende periode willen we de voorziening continueren. De benodigde middelen die vooralsnog zijn geraamd zijn € 120.000 in 2017 en 2018 en € 60.000 in 2019. Als tijdens de onderzoeksfase blijkt dat deze middelen ontoereikend zijn zal er een oplossing worden gezocht.

27. Plankosten Spoorse projecten en Oosterhamrikzone/ Gerrit Krolbrug
Spoorse projecten
Voor het Hoofdstation is samen met partners in de regio een plan gemaakt om de zuidzijde te transformeren tot een aantrekkelijke omgeving. Komende anderhalf jaar moeten hiervoor belangrijke stappen worden gezet. Hiervoor is een plankostenbudget van € 1,2 miljoen tot eind 2017 nodig. Verder is er voor de spoorlijn een Groningen Leeuwarden (ESGL) een budget voor plankosten van € 50.000 nodig. Dit is een project dat door externe partijen wordt getrokken en waarbij de gemeente moet zorgen dat de gemeentelijke belangen worden meegewogen.

Oosterhamrikzone / Gerrit Krolbrug
Voor de vervolgfase Oosterhamrikzone (de variantenanalyse) en de vervanging van de Gerrit Krolbrug worden plankosten gemaakt. De totale plankosten bedragen € 500.000. Deze plankosten kunnen we dekken uit beschikbare stedelijke vernieuwingsmiddelen voor de Oosterhamrikzone (€ 6,8 miljoen). Daarnaast maken we kosten voor de bestemmingsplan procedure. Met de provincie hebben we afgesproken dat wij de kosten voor de bestemmingsplanprocedure voor onze rekening nemen. Deze kosten bedragen € 100.000. Deze kosten zijn meegenomen in dit knelpunt.

28. Terugloop omzet detachering SW
In de begroting 2016 zijn structureel middelen beschikbaar gesteld voor een knelpunt als gevolg van een daling van de omzet uit detacheringen. Hierbij is rekening gehouden met daling van de bedrijfsvoeringskosten van € 500.000 waardoor het knelpunt enigszins werd gedempt. Voor de begroting 2017 is het knelpunt geactualiseerd en hieruit blijkt dat het knelpunt beduidend kleiner is geworden. Tegelijkertijd is vastgesteld dat de bedrijfsvoeringskosten met slechts € 100.000 afnemen. Per saldo resteert een knelpunt van € 100.000 in 2019 en structureel € 200.000 vanaf 2020.

29. Bijdrage in uitvoeringstekort oud iederz
Afgesproken is om vanuit werk en maatschappelijke participatie een bijdrage van € 0,5 miljoen te leveren voor het oplossen van het uitvoeringstekort bij de sociale werkvoorziening (een kwart van het uitvoeringstekort van
€ 2 miljoen). Door de terugloop van de SW detacheringen verwachten we hiervan € 100.000 te kunnen realiseren. Dit leidt tot een structureel knelpunt van € 0,4 miljoen vanaf 2017.

30. Onderhoud Martiniplaza
In juni 2016 hebben we met uw raad de toekomstvisie van Martiniplaza besproken. In samenspraak met Martiniplaza is het scenario ‘Meer business uit business’ als het meest kansrijk beoordeeld. Voorwaarde bij dit scenario is het beschikbaar stellen van € 5,4 miljoen voor de tweede fase van het meerjaren onderhoudsplan. In 2017 stellen we € 915.000 beschikbaar. In de jaren 2018, 2019 en 2020 stellen we jaarlijks € 1,495 miljoen beschikbaar.  

31. Aanpak kindermishandeling
Voor het realiseren van acties gericht op het signaleren en voorkomen van kindermishandeling stellen we in 2017 incidenteel € 300.000 beschikbaar.

32. Grondexploitaties
Uit een doorlichting van de grondexploitaties komen twee knelpunten naar voren, die bij de herziening eind 2016 naar verwachting tot een nadeel zullen leiden. We willen hiervoor incidenteel € 1,35 miljoen beschikbaar stellen in 2017.

Budget plankosten Ciboga
Bij de grondexploitatie Ciboga is een knelpunt bij het beschikbare budget voor plankosten. Dit knelpunt is bij de herziening van 2015 ook al benoemd. Daarbij is aangegeven dat de komende periode zou moeten blijken of aanvulling nodig is. De actuele inschatting is dat er voor de hele planperiode € 1 miljoen extra nodig is.

Afzet Driehoek Peizerweg
Een deel van het bedrijventerrein is bestemd als kantoorlocatie. De vraag naar deze specifieke kantoorlocatie is minimaal en we verwachten dat de interesse ook in de toekomst minimaal zal zijn. Om de boekwaarde niet verder op te laten lopen, wordt voorgesteld deze locatie niet bouwrijp te maken en eenmalig een voorziening te treffen. Het negatieve effect schatten we in op € 350.000.

33. Tekort Sociaal domein
Het knelpunt binnen het Sociaal domein wordt veroorzaakt door diverse voor- en nadelen. De decentralisaties gaan gepaard met een omvangrijke en fundamentele stelselwijziging binnen het sociaal domein. De transformatie, oftewel de kostenbesparing door de verschuiving van maatwerkvoorzieningen naar algemene voorzieningen is een middellange termijn verhaal. Daarbij gaat de transformatie niet snel genoeg om de vermindering van beleidsmiddelen zoals opgenomen in de begroting 2016, op te kunnen vangen en heeft het Rijk een structurele korting op het Wmo-budget doorgevoerd van afgerond € 2 miljoen. Binnen de WIJ-teams is extra capaciteit nodig in verband met casusregie jeugd en de verdere ontwikkeling van de WIJ-teams. Ook de transitie van de WIJ-teams per 1 januari 2018 en de voorbereidingen daarop, vergen extra middelen. Hier staat een structureel voordeel op beschermd wonen tegenover, dat deels ten goede komt aan de gemeente Groningen, en afname van de uitgaven voor PGB’s.
Om het knelpunt structureel terug te brengen tot nul in 2021 nemen we aanvullende maatregelen om de verzilvering te realiseren en de kosten van de WIJ-teams terug te brengen. Daarnaast verlagen we de innovatiemiddelen en zien we besparingsmogelijkheden binnen de meerkostenregeling.
Voor 2017 tot en met 2020 stellen we extra beleidsmiddelen beschikbaar om het teruglopende knelpunt binnen het sociaal domein op te lossen (2017: € 2,359 miljoen, 2018: € 3,117 miljoen, 2019: € 2,161 miljoen en 2020: € 1,082 miljoen, zie ook knelpunt 9).

34. Doorwerking bezuinigingen Outsourcing ICT en op de organisatie naar tarieven
Outsourcing
Outsourcing levert volgens de businesscase van Quint een netto besparing op van € 4,5 miljoen structureel (zie ook knelpunt 38). De totale doorlooptijd van de businesscase is 7 jaar. Voor een deel leiden deze besparingen tot lagere tarieven. De besparingen die weglekken naar lagere tarieven kunnen niet worden ingezet voor de bezuinigingen.
Het weglekpercentage van de betreffende directie bedraagt 30%. Het weglekeffect voor de komende jaren is als volgt:

Jaar

Besparing

Weglekpercentage

Weglek

2017

-2.313

30%

2018

316

30%

-95

2019

2.436

30%

-731

2020

3.721

30%

-1.116

Bezuinigingen op de organisatie
In februari 2016 hebben we een besluit genomen over de hoofdlijnen van het invullen van de bezuinigingsopgave op de organisatie. Daarbij zijn de bezuinigingen nadrukkelijk gekoppeld aan de doorontwikkeling naar een kleinere en wendbare organisatie. De bezuinigingen leiden tot weglekeffecten. De hoogte is afhankelijk van de specifieke maatregelen. Er is een inschatting gemaakt op basis van het standaard weglekpercentage voor de gehele gemeente. Dit leidt voor 2017 tot een knelpunt van € 0,9 miljoen euro, oplopend tot structureel € 1,5 miljoen euro vanaf 2019.
Vanuit voorgaande begrotingen is nog een structureel budget beschikbaar voor het opvangen van weglekeffecten van circa 400 duizend euro. Deze post is in mindering gebracht op het knelpunt. Daarmee komt het knelpunt voor 2017 op 0,5 miljoen euro, oplopend tot structureel 1,1 miljoen euro vanaf 2019.

35. Implementatiekosten grenscorrectie Meerstad
Voor de implementatie van de grenscorrectie heeft u bij de begroting 2016 € 150.000 beschikbaar gesteld. Bij de behandeling van het voorstel over de grenscorrectie Meerstad (30 maart 2016) hebben we al aangegeven dat dit bedrag niet voldoende is, gelet op het effect op het ambtelijk apparaat, de kosten van conversie van de bestanden en aanpassing van de postcodes. Op basis van het plan van aanpak schatten we de implementatiekosten voor de gemeente Groningen in op € 580.000, waarvan € 180.000 betrekking heeft op 2017.
Het grootste deel van de kosten wordt veroorzaakt door proces- en projectmanagement (interne uren en inhuur externe deskundigheid). De kosten in 2016 worden deels gedekt door de beschikbare € 150.000. De resterende kosten leiden tot een nadeel in de rekening 2016.

36. Ruil incidenteel structureel
Bij de dekkingsmogelijkheden in deze begroting houden we rekening met een ruil van incidentele met structurele middelen. We spelen incidentele middelen die zijn bestemd voor investeringen vrij door de kapitaallasten structureel te dekken in de begroting. In totaal gaat het om een incidenteel bedrag van € 3,7 miljoen. Dit bedrag zetten we in als incidentele dekking in 2017. De structurele kapitaallasten hiervan bedragen € 180.000.

37. Halveren taakstelling MKBA
In de begroting 2016 is een taakstelling opgenomen om op basis van het inzicht in de maatschappelijke kosten en baten de gemeentelijke uitgaven met structureel € 2 miljoen te verlagen vanaf 2017. Uit onderzoek dat na de zomer in 2016 is afgerond, blijkt dat een besparing van € 1 tot € 2 miljoen mogelijk moet zijn. Met een taakstelling van € 2 miljoen zitten we aan de bovenkant van deze bandbreedte. We stellen daarom voor de taakstelling te halveren tot € 1 miljoen structureel vanaf 2018. In 2017 wordt nog geen besparing gerealiseerd waardoor in 2017 aanvullende middelen beschikbaar worden gesteld als alternatief voor deze dekkingsbron (zie ook knelpunt nr. 40).

38. Outsourcing ICT
In de begroting houden we rekening met een bezuinigingstaakstelling van € 5 miljoen door outsourcing van de ICT-dienstverlening. Adviesbureau Quint heeft in 2015 onderzocht op welke wijze deze taakstelling  gerealiseerd kan worden. In 2016 is de businesscase geactualiseerd. De actualisatie leidt tot een extra knelpunt van € 2,7 miljoen bovenop het eerdere knelpunt van in totaal € 15 miljoen (zoals opgenomen in de voorjaarsbrief 2016). Het totale knelpunt komt daarmee op € 17,7 miljoen voor de jaren 2017-2020.

Met twee oplossingsmogelijkheden kunnen deze extra kosten worden gedekt. De eerste oplossingsmogelijkheid komt uit het meerjaren investeringsprogramma. In dit investeringsprogramma zitten middelen opgenomen voor de vervanging van werkplekken (project- en migratiekosten). De nieuwe marktpartij zal als onderdeel van de transitie en transformatie echter de migratie naar een nieuwe werkplek oppakken. Dit levert incidenteel € 1,9 miljoen op.
De tweede oplossingsmogelijkheid betreft de vrijval van kapitaallasten in 2016 en 2017 door het uitstellen van vervangingsinvesteringen (voor zover technisch verantwoord). Dit leidt tot een incidentele vrijval van € 0,8 miljoen.
In totaal levert dit € 2,7 miljoen op.

Het resultaat van de actualisatie is daarmee (bijna) neutraal. Door de vertraging is er wel een verschuiving van de kosten over de jaarschijven. De totale doorlooptijd van de businesscase is 7 jaar.

In onderstaande tabel is het verloop van de geactualiseerde besparing opgenomen.

(bedragen x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Totaal

Besparing

-1.639

-1.540

-2.969

2.339

3.652

4.373

4.591

8.806

Bezuiniging

-478

607

2.229

3.980

4.908

5.051

5.151

21.448

Harmonisatie

-

-

-150

-150

-150

-150

-150

-750

Risicobudget (hidden services)

-

-

-350

-350

-350

-350

-350

-1.750

Frictie kosten

-

-185

-1.928

-842

-756

-178

-60

-3.949

Projectkosten

-1.161

-1.962

-2.770

-300

-6.193

In onderstaande tabel is de besparing tegenover de taakstelling gezet. Dit geeft inzicht in de aanvullende dekkingsopgaven voor de komende jaren.

(bedragen x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Totaal

Besparing

-1.639

-1.540

-2.969

2.339

3.652

4.373

4.591

8.807

Te realiseren bezuinigingen ICT

0

-5.000

-5.000

-5.000

-5.000

-5.000

-5.000

-30.000

Dekking taakstellingen

1.438

1.062

1.000

3.500

Oplossingsmogelijkheden

200

1.500

1.000

2.700

Totale taakstelling

1.638

-2.438

-3.000

-5.000

-5.000

-5.000

-5.000

-23.800

0

Dekkingsopgave

-1

-3.978

-5.969

-2.661

-1.348

-627

-409

-14.993

In de volgende tabel wordt het verschil weergegeven tussen de businesscase 2015 en de geactualiseerde businesscase 2016.

 (bedragen x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Totaal

BC 2015

0

-6.251

-3.684

-2.564

-1.279

-733

-483

-14.994

BC 2016 (gewijzigd)

-200

-5.478

-6.969

-2.661

-1.348

-627

-409

-17.692

Oplossingsrichting 1

900

1.000

1.900

Oplossingsrichting 2

200

600

800

BC 2016 (gewijzigd)

0

-3.978

-5.969

-2.661

-1.348

-627

-409

-14.992

Verschil 2015-2016

2.273

-2.285

-97

-69

106

74

2

Saldo 0

De aanvullende dekkingsopgave wordt enerzijds veroorzaakt door project- en frictiekosten en anderzijds door het niet volgens planning realiseren van de structurele bezuinigingstaakstelling.

De aanvullende dekkingsopgave is een momentopname. Deze wordt periodiek geactualiseerd. De exacte omvang van de besparing is onder andere afhankelijk van de concrete aanbestedingen (vooral frictiekosten personeel), fasering van de outsourcing na besluitvorming en nader onderzoek naar de projectkosten.

39. Noordelijk Belastingkantoor
In de begroting is voor de vorming van een Noordelijk Belastingkantoor (NBK) vanaf 2017 een structurele bezuiniging van € 750.000 opgenomen. Op basis van het bedrijfsplan zal de oprichting van het NBK een besparing van € 1,7 miljoen opleveren. Het aandeel voor de gemeente Groningen hierin is € 935.000. Een deel van de besparing leidt tot lagere tarieven voor burgers en bedrijven (afvalstoffenheffing en rioolheffing).

Door vertragingen in de onderzoeksfase en het besluitvormingstraject is de beoogde startdatum van het NBK niet 1 januari maar in de periode 1 juli 2017 – 1 januari 2018. Omdat gemeente en waterschap hun aanslagen dan al verzonden hebben, betekent dit dat de bezuiniging van € 750.000 in 2017 niet gerealiseerd kan worden. Daarnaast brengt de oprichting van het NBK incidentele project- en frictiekosten met zich mee, waarmee nog geen rekening is rekening gehouden. In totaal komen deze kosten op € 6,4 miljoen, het aandeel van de gemeente Groningen hierin is € 3,4 miljoen. In 2016 bedragen de kosten € 450.000, in de periode 2017 – 2019 resteert hierdoor € 3,0 miljoen.  

40. Niet realiseren verlaging uitgaven door uitvoering MKBA
In de begroting 2016 is een taakstelling opgenomen om op basis van het inzicht in de maatschappelijke kosten en baten de gemeentelijke uitgaven met structureel € 2 miljoen te verlagen vanaf 2017. Uit onderzoek dat na de zomer in 2016 is afgerond, blijkt dat een besparing van € 1 tot € 2 miljoen mogelijk moet zijn. Met een taakstelling van € 2 miljoen zitten we aan de bovenkant van deze bandbreedte. We stellen daarom voor de taakstelling te halveren tot € 1 miljoen structureel vanaf 2018. In 2017 wordt nog geen besparing gerealiseerd waardoor in 2017 aanvullende middelen beschikbaar worden gesteld als alternatief voor deze dekkingsbron (zie ook knelpunt nr. 37).

41. Financiering extra capaciteit zware criminaliteit      
De laatste jaren blijkt dat we onvoldoende in staat zijn om ons met zware criminaliteit (zoals mensenhandel, ondermijning en ‘Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s)) bezig te houden. Doordat we onvoldoende capaciteit hebben kunnen we niet goed inzichtelijk maken hoe groot deze problemen in Groningen zijn en onvoldoende meedraaien in grote (strafrechtelijke) onderzoeken. Om onze positie te verbeteren stellen we een structurele capaciteitsuitbreiding per 2017 voor van 2 fte, gericht op de projectmatige aanpak van zware criminaliteit. De kosten hiervan bedragen structureel € 180.000 vanaf 2017.

42. Professionalisering evenementen
Het strategisch evenementen beleid werpt zijn vruchten af. Voor de verdere professionalisering van evenementen stellen we in 2017 en 2018 jaarlijks € 50.000 beschikbaar. Hiermee stellen we een afwegingskader op voor de beoordeling van de door ons gewenste of (financieel) ondersteunde evenementen. Ook willen we meer samenhang aanbrengen in de financiering en subsidiëring van evenementen. Om vorm en inhoud te geven aan het toekomstig evenementenprogramma is de ‘adviesgroep programmering evenementen’ gevormd. Samen met instellingen, bedrijven en mensen uit de cultuursector willen wel heldere keuzes kunnen maken in het evenementenaanbod.

43. Uitbreiding formatie ombudsman
We stellen voor de formatie bij de ombudsman in 2017 en 2018 incidenteel uit te breiden. Dit als gevolg van de toename van instroom en complexiteit van zaken bij de ombudsman. Deze toename wordt onder andere veroorzaakt door nieuwe taken/ projecten bij de gemeente. In 2017 en 2018 stellen we hiervoor jaarlijks € 58.000 beschikbaar. In hoeverre het om een structurele toename gaat is op dit moment niet te voorspellen. We blijven de instroom monitoren.

44. Bevrijdingsfestival
Op de organisatie van het bevrijdingsfestival zit een structureel tekort van € 50.000. De afgelopen jaren is dit incidenteel opgelost. We willen dit structureel oplossen en stellen hiervoor structureel € 50.000 beschikbaar vanaf 2017.

45. Nieuwjaarsfeest
Het gemeentelijke Nieuwjaarsfeest is in 2012 afgeschaft als onderdeel van de gemeentelijke bezuinigingen. Na afschaffing van het gemeentelijke Nieuwjaarsfeest is jaarlijks een alternatief Nieuwjaarsfeest door een aantal partijen in de stad georganiseerd. We stellen voor een nieuwjaarsfeest structureel terug te laten keren vanaf 1 januari 2017. Hierbij zal nadrukkelijk de samenwerking worden gezocht met geïnteresseerde partijen in de stad (dat geldt ook voor de initiatiefnemers van de alternatieve nieuwjaarsfeesten). We stellen voor vanaf 2017 een structureel budget beschikbaar te stellen van € 50.000 voor de organisatie van het gemeentelijke nieuwjaarsfeest.

46. Toevoeging Stedelijk investeringsfonds

Vanaf 2015 stelt het rijk geen ISV meer beschikbaar. Per 31 december 2015 is er nog € 28 miljoen aan ISV middelen beschikbaar. Deze middelen van het Groningse ISV-budget zijn op basis van eerdere meerjarenprogramma’s grotendeels geoormerkt voor toekomstige projecten. Voor sommige projecten was echter onzeker of ze daadwerkelijk gaan worden uitgevoerd en of het gereserveerde bedrag volledig nodig is. Tegelijkertijd zien we verschillende andere projecten in de stad die ook een bijdrage uit het ISV-budget kunnen gebruiken.

Wij hebben daarom in 2015 opdracht gegeven de inzet van de nog beschikbare ISV middelen te herijken. Vooruitlopend daarop hebben we in de begroting 2016 voor de jaren 2017-2019 jaarlijks € 1 miljoen beschikbaar gesteld vanuit ISV middelen voor het integraal gebiedsgericht werken.

Op basis van de resultaten uit de herijking zijn we tot de conclusie gekomen dat er € 9,9 miljoen aan ISV middelen anders kan worden ingezet. Daarnaast hebben we nog € 1,6 miljoen euro aan BLS (Besluit Locatiegebonden Subsidies) beschikbaar. Dit betreft een subsidie voor stimulering van woningbouw. Deze subsidie was onderdeel van het basispakket wijkvernieuwing. Deze middelen zijn in 2005 ingezet ter dekking van een dreigend tekort op het basisprogramma wijkvernieuwing. Uit de herijking is gebleken dat het niet langer noodzakelijk is om de middelen te reserveren. In totaal kan er dus € 11,5 miljoen euro anders worden ingezet.

We hebben er bewust voor gekozen om de binnen het oude ISV vrijgevallen middelen opnieuw in te zetten voor stedelijke vernieuwing, waarbij accent is gelegd op de thema's wijkvernieuwing, binnenstad en cultuur in samenhang met gebiedsontwikkeling. Deze keuze voert voort uit maatschappelijke urgentie en de beleidsmatige prioriteiten zoals door u vastgesteld (woonvisie, binnenstadsvisie). Vandaar dat we vanaf nu ook willen spreken over een Stedelijk investeringsfonds.

Omzetten reserve ISV naar reserve Stedelijk investeringsfonds
Naast de noodzaak van structurele middelen voor niet-toerekenbare bovenwijkse voorzieningen van bestaande en nieuwe grexen, zijn er meer ontwikkelingen die investeringen vergen om de verwachte groei en het sociaal en economisch functioneren van de stad (werkgelegenheid, bereikbaarheid en leefbaarheid) mogelijk te maken.

Alle prognoses geven aan dat de stad fors zal groeien. Dan moeten we die groei ook mogelijk maken: niet alleen met stadsuitleg maar ook met inbreiding, stedelijke vernieuwing (transformatie) en wijkvernieuwing. In dat verband is onder andere relevant dat de corporaties minder geld beschikbaar hebben voor deelname in de wijkvernieuwing. Voor de financiering van de stadsontwikkeling is ook belangrijk ook dat nationale en Europese subsidies voor fysieke investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur, wijkvernieuwing en groen & blauw zijn weggevallen. Het ISV (jaarlijks circa € 7-10 miljoen) is al gestopt, het RSP eindigt in 2020.

De impact hiervan zal fors zijn. Temeer daar veel investeringsopgaven liggen binnen het bestaande stedelijk gebied. Denk bijvoorbeeld aan het Suikerunieterrein, Stationsgebied-Zuid, maar ook aan de locaties Alfa-Laval of Simmeren aan het Van Starkenborghkanaal. En transformatie is nu eenmaal duurder dan ‘bouwen in het weiland’. Hoe gaan we de daarvoor benodigde (voor)investeringen financieren? Ook de wijkvernieuwing zal door moeten gaan, al is het op een lager pitje. Er zijn verschillende mogelijkheden om vorm te geven aan de noodzaak van voldoende middelen voor stedelijke ontwikkeling. Er kunnen bijvoorbeeld verschillende budgetten worden gecreëerd voor grondexploitaties, wijkvernieuwing, enzovoort.

Een andere, elegantere optie is het instellen van een integrale reserve Stedelijk investeringsfonds, bestemd voor fysieke investeringen in gebiedsontwikkeling. Met de middelen uit zo’n reserve kunnen we de bijvoorbeeld de noodzakelijke voorinvesteringen doen in grondexploitaties. Hoe groot de reserve Stedelijk investeringsfonds (of meerdere afzonderlijke budgetten) moet zijn, hangt af van een inschatting van de benodigde investeringen in de komende jaren. Daarbij gaat het niet alleen om nieuwe grondexploitaties zoals het Suikeruniegebied, maar bijvoorbeeld ook om de binnenstad (aanvullende middelen), de Oosterhamrikzone en de wijkvernieuwing in afgeslankte vorm (‘acupunctuur’). De resultaten van het Next City-proces zullen meer inzicht geven in de benodigde investeringen op middellange en langere termijn. Vooruitlopend op deze inzichten willen we alvast een start maken door de Reserve ISV om te zetten in de Reserve Stedelijk investeringsfonds. Daarnaast gaan we als onderdeel van het Next City proces onderzoeken op welke wijze we de Reserve Stedelijk investeringsfonds verder vorm gaan geven.

Herbestemming middelen
Bij de herbestemming van middelen hebben we de volgende belangrijkste criteria gebruikt:

  1. de oorspronkelijke ISV-doelstellingen
  2. het ontbreken van zicht op andere dekking;
  3.  zicht op snelle besteding.

Hiermee blijven we de oud ISV middelen inzetten voor het streven naar leefbare en ongedeelde woonwijken en voor een vitale binnenstad. We hebben er dus voor gekozen de vrijval niet ten gunste te laten komen van de algemene middelen gezien de oorspronkelijke doelstelling van de ISV gelden en het feit dat er vanuit het rijk sinds 2014 geen ISV meer aan gemeenten wordt toegekend. Wel zijn we inmiddels actief in een lobby vanuit de VNG om de noodzaak van nieuwe stedelijke vernieuwingsmiddelen op de agenda van politieke partijen en de kabinetsformatie van volgend jaar te krijgen.

Over twee bestemmingen hebben we hebben we u al op een eerder moment geïnformeerd:

Uitvoering toekomstvisie A-kwartier (€ 1,8 miljoen)
De toekomstvisie A-kwartier is op 24 februari 2016 door u vastgesteld. Hierin wordt ingegaan op de voorgestelde maatregelen in de openbare ruimte en voorgestelde subsidieregelingen. Een tentatieve kostenraming van de maatregelen telt op tot € 3,9 miljoen. Een deel van deze kosten (€ 1,8 miljoen) willen we dekken uit de resterende ISV middelen.  

Gebiedsprogramma 2016 (€ 1 miljoen)
Op 30 maart 2016 is het Integraal gebiedsgericht werken/gebiedsprogramma 2016 vastgesteld. De totaal verwachte kosten van dit programma bedragen € 5,97 miljoen. Onderdeel van de dekking van de kosten is € 1 miljoen ISV.

Na aftrek van deze projecten resteert er nog € 8,724 miljoen aan ISV-vrijval voor herbestemming binnen het stedelijk investeringsfonds. We stellen voor dit bedrag aan te vullen met € 1,526 miljoen, waardoor in totaal € 10,25 miljoen beschikbaar komt voor herbestemming. De voorgestelde inzet van deze middelen hebben we gethematiseerd op wijkvernieuwing, binnenstad en gebiedsontwikkeling.

Wijkvernieuwing
Naast het afmaken van de reeds bestaande inzet op wijkvernieuwing willen we een extra impuls geven aan onderstaande projecten. Deze investeringen worden aangevuld met investeringen van corporaties en/ of particulieren en middelen uit gebiedsgericht werken.

Wijkvernieuwing prioritaire wijken

We reserveren een bedrag van € 2,5 miljoen voor de aanpak van 4 prioritaire aandachts-wijken in de periode 2017-2020. Het betreft de wijken Indische buurt/De Hoogte, Selwerd, Beijum en De Wijert-Noord. Dit bedrag is inclusief een eerder afgesproken cofinanciering vanuit oud ISV ter grootte van € 250.000 voor de jaarschijven 2017, 2018 en 2019 voor de Heerdenaanpak.

Eerder hebben we met de corporaties nadere afspraken gemaakt over programmamatching als input voor de prestatie-afspraken voor de jaarschijf 2017. Ook hebben we afgesproken om daarbij naar de specifieke wijkopgaven te kijken. Daartoe maken we een gezamenlijke analyse van onder andere de Wijkkompassen. We leggen daarbij een gezamenlijke focus op genoemde 4 prioritaire wijken. Voor de zomer hebben daarover de eerste gesprekken op hoofdlijnen plaatsgevonden. In het najaar werken we met urgentie een gezamenlijk programma en dekkingsvoorstel voor deze wijken uit, aanvullend op de te maken prestatieafspraken.

Aanpak openbare ruimte Paddepoel
In 2015 zijn bewoners in Paddepoel gestart met co-creatie. De wijk wil zelf meer aan het stuur en daarbij haar prioriteiten kunnen stellen aangaande de ontwikkeling van de wijk. Vanuit verschillende thema’s (oa. Duurzaamheid, Verkeer& Veiligheid, Sociale samenhang, Voorzieningen, Kunst, Wijk Inzet Jongeren en Studenten) worden gezamenlijke plannen ontwikkeld en uitgevoerd. Wij zullen dit proces verder ondersteunen en als deelnemer naast andere partners participeren. Voor de investeringen in de openbare ruimte van onder meer het winkelcentrum willen we € 0,6 miljoen beschikbaar stellen.

Gebiedsontwikkeling Oosterhoogebrug
De eerder bedachte gebiedsontwikkeling in Oosterhoogebrug moet worden bijgesteld. Naar het nu lijkt wordt de Albert Heijnwinkel op eigen gebied aangepast. Hierdoor kan de school op de huidige locatie blijven. Vanuit verkeersveiligheid moet de verkeerssituatie rondom de school en de ontsluiting bij de Rijksweg worden verbeterd. Het woongebouw aan de Pop Dijkemaweg wordt ontwikkeld. Wijkcentrum de Schakel wordt meegenomen in de ontwikkelingen.Voor aanvullende investeringen in de openbare ruimte willen we € 0,6 miljoen beschikbaar stellen. 

Binnenstad
Onze ambitie is een sterke en aantrekkelijke binnenstad te realiseren. Om deze ambitie verder te kunnen realiseren kiezen we er voor om de volgende middelen beschikbaar te stellen:

  • Uitvoeringsprogramma binnenstad

Bij vaststelling van de Bestemming Binnenstad in februari 2016 hebben wij geconstateerd dat het huidige budget van circa € 20 miljoen niet voldoende is om  het kernpakket te realiseren. Voor  het verplaatsen van de busroutes en de herinrichting van de daardoor komende ruimte in de binnenstad ontbreekt nog € 2,5 miljoen. Met het beschikbaar stellen van € 2,5 miljoen ISV middelen is het kernpakket gedekt.

  • Noordelijk Scheepvaartsmuseum / Historisch kwartier

De totale kosten van het uitbreiden van het Noordelijk Scheepvaartmuseum worden geraamd op € 6 miljoen. Een deel van deze kosten wordt gedekt door bijdrage van derden. De onrendabele top voor uitbreiding en upgrading van de huisvesting van het Noordelijk Scheepvaartmuseum wordt geschat op incidenteel € 2 miljoen. Voor fase 1, de uitbreiding, is dit € 1 miljoen en voor  fase 2, de verbouw van het huidige pand, ook € 1 miljoen euro. Ook is er een extra huurbijdrage nodig die we reserveren uit de intensiveringsmiddelen. Met het beschikbaar stellen van € 2 miljoen kan een start gemaakt worden met de uitbreiding en het upgraden van de huisvesting. Deze bedrage is wel onder voorbehoud van het beschikbaar komen van bijdragen van derden.

Gebiedsontwikkeling
De gebiedsontwikkeling van het Ebbingekwartier alsmede onze culturele infrastructuur willen we een impuls geven:

  • Cultuurcluster Ebbingekwartier

Wij hebben een onderzoek uit laten voeren naar een mogelijke clustering van huisvesting van de culturele organisaties (het Noord Nederlands Toneel, Club Guy & Roni, het Houten Huis en de Noordelingen) in het Ebbingekwartier.  Een deel van de benodigde ruimte voor NNT en G&R hebben we door aanpassing c.q. verbouw van de Machinefabriek al kunnen realiseren. In september is in overleg met de beoogde culturele instellingen nog een laatste check uitgevoerd in de vorm van een herijking van de Programma’s  van Eisen  en de bij de instellingen beschikbare huisvestingsbudgetten. Dit heeft geleid tot een definitief voorstel voor nieuwbouw in het Ebbingekwartier. Het totale nieuwbouwplan omvat nu, naast ruimtes voor de bovengenoemde instellingen, tevens ruimte voor een extra instelling, de Steeg (productiehuis voor professioneel jongerentheater).

De planning richt zich op start bouw eind 2017 en een oplevering van de nieuwbouw eind 2018 / begin 2019. De totale kosten voor de nieuwbouw van het Cultuurcluster zijn geraamd op € 4,450 miljoen. De onrendabele top voor de nieuwbouw is berekend op incidenteel € 2,3 miljoen. Daarnaast is er structureel een extra huurbijdrage nodig. Bij de bestemmingsvoorstellen bij de jaarrekening 2015 is al € 250.000 beschikbaar gesteld voor planvoorbereiding. Resteert voor de onrendabele top nog een bedrag van € 2,05 miljoen. De benodigde extra huurbijdrage is becijferd op structureel  € 125.000. Dit laatste bedrag willen we dekken uit de intensiveringsmiddelen cultuur.

In onderstaand overzicht worden de resultaten van de herijking van de oud ISV middelen weergegeven. Vanuit de oud ISV middelen is € 28 miljoen euro beschikbaar. Inclusief de vrijval van € 1,6 miljoen vanuit BLS en de extra beleidsmiddelen ter hoogte van € 1,526 (zijn eerder toegelicht bij deze ambitie) is er in totaal € 31,129 miljoen beschikbaar in het Stedelijk investeringsfonds voor bestemming in projecten. Na de tabel lichten we de grote afwijkingen toe op de programma’s c.q. projecten.

In onderstaand overzicht worden de resultaten van de herijking weergegeven. Vervolgens lichten we de grote afwijkingen toe op de programma’s c.q. projecten.

Reserve Stedelijke vernieuwing
Omschrijving (bedragen x € 1.000)

Saldo
31-12-2015

Herijking

Inzet

Saldo na
Herijking

Wijkvernieuwing

Wijkvernieuwing-Basisprogramma 1998-2015

11.371

-7.694

-

3.677

Bestaand

Prioritaire wijken

-

-

2.500

2.500

Nieuw

Wijkvernieuwing Selwerd

1.726

-107

-

1.619

Bestaand

Paddepoel

-

-

600

600

Nieuw

Oosterhogebrug

-

-

600

600

Nieuw

A-kwartier

-

-

1.800

1.800

Nieuw

Gebiedsgericht werken

Stadsdelen

708

-307

-

401

Bestaand

Bijdrage wijkgericht werken 16-19

2.300

700

1.000

4.000

Nieuw

Gebiedsontwikkeling

Oosterhamrikzone?UMZG Noord

6.807

-

-

6.807

Bestaand

Cultuurcluster Ebbingekwartier

-

-

2.050

2.050

Nieuw

Binnenstad

Bijdrage uitvoeringsprogramma

-

-

2.500

2.500

Nieuw

Scheepvaartmuseum/Historisch kwartier

-

-

2.000

2.000

Nieuw

Overig

Bodem

1.483

-878

-

605

Bestaand

Woonschepenhaven

2.200

-1.300

-

900

Bestaand

Groen en blauw

620

-30

-

590

Bestaand

Bezuinigingstaakstelling 2016

500

0

-

500

Bestaand

Verwachte rente 2016

-282

0

-

-282

Bestaand

Diversen

570

-274

-

296

Bestaand

Aanvulling BLS

-

-

-1.600

-1.600

Nieuw

Aanvulling saldo begroting 2017

-

-

-1.560

-1.560

Nieuw

Herijking 2016

-

9.890

-9.890

0

Totaal

28.003

0

0

28.003

Wijkvernieuwing Basisprogramma 1998-2010 (€ 7,694 miljoen)
In juni 1999 heeft u de aanpak wijkvernieuwing Gemeente Groningen vastgesteld. Deze brede integrale aanpak bestaat onder meer uit aanpassen, verkopen, slopen, nieuwbouw, de aanpak van sociale problemen en het op peil houden en vernieuwen van voorzieningen en van de openbare ruimte. Tussen gemeente en corporaties is een globale kostenverdeling afgesproken. De investeringen in de woningen zijn voor rekening van corporaties en de investeringen in de woonomgeving zijn voor de gemeente. Voor de wijken is, afhankelijk van het niveau van de ingrepen, de volgende classificatie gemaakt:

  • Hoog niveau (Vinkhuizen, Paddepoel en Lewenborg)
  • Midden niveau ( De Wijert, Corpus den hoorn, Oosterpark, Grunobuurt)
  • Laag niveau (overige wijken)

Het basisprogramma omvat de Hoog en Midden niveau wijken waarvoor destijds extra middelen zijn uitgetrokken voor de realisatie van het plan. In de afgelopen jaren hebben wij u voor de hoog- en midden niveau-wijken via afzonderlijke voorstellen de inhoudelijke plannen en voortgang van de realisatie voorgelegd.  Het basisprogramma wijkvernieuwing is inmiddels met uitzondering van het wijkvernieuwingsplan Paddepoel Zuid-Oost uitgevoerd. Naar verwachting kost het basisprogramma wijkvernieuwing in totaal € 73,3 miljoen. Hiervan is circa € 58,7 miljoen gefinancierd met stedelijke vernieuwingsmiddelen (waaronder het  Stadsvernieuwingsfonds en het ISV). Het resterende bedrag van € 14,6 miljoen betreft projectgebonden subsidies en bijdragen.  

De ontstane vrijval is als volgt te classificeren:

  • Vrijval bij de projecten die inmiddels zijn slot gecalculeerd  € 3,8 miljoen (Lewenborg, Paddepoel Zuid West, Algemeen, Hoogkerk, Corpus den Hoorn, De Wijert)
  • Niet benodigde voorziening nieuw lokaal akkoord (NLA) € 1 miljoen
  • Vrijval doordat projecten anders of goedkoper worden uitgevoerd in De Wijert (Winkelplein van Lenneplaan, woonomgeving bezit Huismeesters en MFC De Wijert) € 2,9 miljoen

De resterende middelen zijn benodigd om de wijkvernieuwing in Paddepoel Oost te realiseren.

Bodem (€ 0,878 miljoen)
Op 21 september 2010 is het Uitvoeringsprogramma Bodemsanering vastgesteld. In het Uitvoeringsprogramma bodemsanering is aangegeven op welke manier de beschikbare ISV middelen voor bodemsanering worden ingezet om de afspraken in het bodemconvenant “bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties” na te komen. Het uitvoeringsprogramma heeft een looptijd van 5 jaar. De middelen, die beschikbaar waren, betroffen lopende verplichtingen, wettelijke taken Wet bodembescherming en aanpakken spoedlocaties.
Bij de herijking is gebleken dat de nog beschikbare middelen voor de aanpak van spoedlocaties niet langer benodigd zijn. De eigenaar van een vervuilde locatie is aansprakelijk voor de kosten van een spoedsanering. Het eventuele restrisico van de gemeente wordt afgedekt via de reserve bodemsanering. De resterende middelen worden conform raadsbesluit, ter dekking van de saneringskosten, ingezet in CiBoGa

Woonschepenhaven (€ 1,3 miljoen)
Bij de vaststelling van het krediet voor de revitalisering van de woonschepenhaven in december 2013 is tevens besloten om een reservering aan te houden van € 1,3 miljoen voor de financiering van de kosten. Inmiddels is er een positief financieel resultaat op de Sontwegtracé en kunnen de kosten voor de woonschepenhaven binnen de grondexploitatie Eemskanaalzone worden opgevangen. Het aanhouden van de reservering is daarom niet langer noodzakelijk.

Bijdrage Wijkgericht werken 2017-2020 (€ 0,7 miljoen toegevoegd)
In de begroting 2016 is een taakstelling opgenomen voor de financiering van gebiedsgericht werken van € 1 miljoen per jaar voor de periode 2017 tot en met 2019. Door de toevoeging van € 0,7 miljoen is deze taakstelling ingevuld.

47. Aanvullen egalisatiereserve VSD
We verwachten dat de beschikbare middelen in de egalisatiereserve VSD volledig moeten worden ingezet om de resultaten in 2016 en 2017 op te vangen. Daarmee is de reserve in 2017 uitgeput. In deze begroting stellen we voor extra middelen voor het sociaal domein beschikbaar te stellen. Desondanks hebben we nog een aanzienlijke opgave om een beweging naar andere en goedkopere zorgverlening te maken. We vinden het daarom noodzakelijk om een reserve achter de hand te hebben om eventuele nadelen op te kunnen vangen. We stellen daarom voor de reserve in de komende jaren aan te vullen met € 5 miljoen (zie ook knelpunt 15).

48. Gebiedsgericht werken
We houden vast aan het uitgangspunt om jaarlijks minimaal € 5 miljoen beschikbaar te hebben voor gebiedsgericht werken. We willen in 2017 het budget voor gebiedsgericht werken met € 1 miljoen aanvullen. Daarmee hebben we de beschikking over een budget van € 5 miljoen waarvan de bestemming in overleg met de wijken kan worden ingevuld.
Daarnaast hebben we gekeken naar gerichte inzet van stedelijke budgetten in de wijken, waarmee we het budget voor de wijken verder kunnen aanvullen. We gaan hier in programma 12 nader op in.
Vanaf 2018 stellen we voor jaarlijks € 500.000 structureel beschikbaar te stellen voor gebiedsgericht werken (zie ook knelpunten 17 en 46).

49. Verrekening weerstandsvermogen
De beperkte saldi die overblijven verrekenen we jaarlijks met het weerstandsvermogen. Het betreft een voordelig saldo van € 93.000 in 2017, een nadelig saldo van € 13.000 in 2018, een nadelig saldo van € 59.000 in 2019 en een voordelig saldo van € 311.000 in 2020.