Aanbiedingsbrief
Graag presenteren wij u de begroting 2017 met onze beleidsvoornemens voor komend jaar en de financiële onderbouwing daarvan.
Leidraad voor deze begroting is de Voorjaarsnota 2016 met de daarin beschreven speerpunten, die met elkaar samenhangen:
- Uitvoeren van lopende projecten;
- Vormgeven van The Next City;
- Samenwerken en verbinding zoeken; partijen faciliteren en versterken;
- Verder ontwikkelen van de gebiedsgerichte aanpak, gericht op een ongedeelde stad;
- Versterken van de verbinding tussen onderwijs-arbeidsmarkt-economische ontwikkeling;
- Zorg dragen voor een leefomgeving van hoge kwaliteit, die uitnodigt tot een langer en gezonder leven: Healthy Ageing.
Centraal staat ons streven naar een inclusieve samenleving die de twee gezichten van de stad met elkaar verbindt. Uw raad heeft het zwaarwegend belang daarvan in het Voorjaarsdebat onderstreept.
In deze brief willen wij een aantal punten nader belichten. Deze punten zijn:
- Investeren en Hervormen;
- Organisatieontwikkeling: wat betekent dit voor onze organisatie?
- Financieel Perspectief: hoe staan we er financieel voor?
- Opzet begroting: hoe is de begroting 2.0 ingericht?
1. Investeren en Hervormen
De Voorjaarsnota 2016, de onderlegger van deze begroting, verscheen praktisch halverwege onze collegeperiode. Dat moment grepen we aan om samen met u terug te kijken op de afgelopen twee jaren én vooruit te kijken naar de komende jaren.
We stelden vast dat we een goed eind op streek zijn met de uitvoering van de ambities, die we vastlegden in ons coalitieakkoord Voor de verandering. Niettemin blijven we ook de komende twee jaren investeren en hervormen. En dat is logisch en noodzakelijk in een dynamische stad, die het goed doet en zich onderscheidt. Maar ook haar zorgen en opgaven kent.
We werken hard aan het uitvoeringsprogramma van onze visie Bestemming Binnenstad. We discussiëren met Stadjers, ondernemers en iedereen met interesse in en genegenheid voor ons stadshart over alle vraagstukken waar een steeds groeiende en steeds drukkere binnenstad zich voor gesteld ziet. Hoe maken we de binnenstad toekomstbestendig en aantrekkelijker vooral voor voetgangers. En wat betekent dat voor bussen, fietsen, horeca en terrassen.
De oostwand van de Grote Markt is nu volop in beeld door de toekomstige vestiging van een hotel en de ontwikkelcompetitie voor het hoekpand Grote Markt-Poelestraat. Als het om de Grote Markt gaat, hebben onze burgers traditiegetrouw een belangrijke stem. Zo ook nu. Ook buiten het stadshart zijn grote projecten volop in beweging: de ontwikkeling van het terrein van de Suikerfabriek bijvoorbeeld en de ambities voor de zuidzijde van het Stationsgebied.
Op wijk- en buurtniveau blijven we investeren in samenwerking met bewoners. De gebiedsteams zijn actief en ons wijk-wethouderschap werpt z’n vruchten af. Onlangs gingen drie wijkprojectleiders aan de slag die zorg dragen voor de uitvoering van kleinere projecten.
De hervormingen in de zorg zijn ingezet. Ook deze zijn op wijkniveau georganiseerd in de WIJ-teams. Dichtbij de mensen die het nodig hebben.
Investeren in de economische ontwikkeling van de stad blijft van het grootste belang. Het bevorderen van de werkgelegenheid, zeker aan de onderkant van de arbeidsmarkt, heeft prioriteit. In dit licht continueren we de versterking van de driehoek economie-onderwijs-arbeidsmarkt. Dat is volgens ons dé stap naar een van de belangrijkste hervormingen: het verbinden van de twee gezichten van de stad, op weg naar een inclusieve samenleving. Ook ons armoedebeleid ondersteunt dit. Want het jonge, bruisende Groningen kent ook ouderen die eenzaam zijn, te veel gezinnen die in armoede leven en kinderen die vanuit een achterstandssituatie opgroeien. We moeten voorkomen dat deze kinderen uiteindelijk afglijden en hen kansen bieden. Wij zien onderwijs én werk als belangrijke instrumenten om deze kansen te verwerkelijken.
Een andere groep die onze aandacht verdient en nodig heeft is die van de vluchtelingen in het bezit van een verblijfsvergunning. We willen dat zij een start kunnen maken met een nieuw leven in de Groningse samenleving en brengen een versnelling aan in de huisvesting en de toeleiding naar scholing en werk.
We blijven werken aan de toekomst van de stad en haar omgeving. Want stad en regio vormen een bijzondere combinatie: een dynamisch groeiende stad in een aantrekkelijke omgeving. Een getalenteerde metropoolregio met onderscheidend vermogen en ontwikkelpotentie: zo is Groningen bijvoorbeeld de tweede start-up stad van Nederland en lukt het ons om jong academisch talent aan de stad te binden. We willen het ondernemerschap verder stimuleren.
Bij een stad als Groningen hoort een rijk en gevarieerd cultuuraanbod. Dat ondersteunen wij en investeren gericht in bijvoorbeeld de grondige vernieuwing van het Scheepvaartmuseum en in het cultuurcluster Ebbingekwartier.
We gaan de toekomst verwoorden in The Next City. En formuleerden vijf opgaves, waarover we dit najaar het gesprek aangaan met de stad. De opgaves gaan over het faciliteren van de groei van de stad, een groeiende werkgelegenheid voor stad en regio, een groeiende stad die leefbaar en aantrekkelijk blijft voor al haar inwoners, een versnelling van de energietransitie én een groeiende stad waarin iedereen meehelpt. The Next City impliceert een stad die zich duurzaam en evenwichtig ontwikkelt met een leefomgeving die gezond ouder worden bevorderd, waar plek is voor iedereen die mee wil doen, mee kán doen.
The Next City moet ook antwoord geven op de vraag wat we de komende jaren moeten doen om klaar te zijn voor de toekomst. Het gaat daarbij niet alleen om een investeringsagenda maar ook om bij de plannen bewoners op een nieuwe manier te betrekken. Wij maken een beweging van inspraak naar participatie en passen daar onze besluitvorming op aan.
2. Organisatieontwikkeling
Om invulling te geven aan de eisen die de stad stelt én onze eigen ambities is een ambtelijke organisatie nodig die kan schakelen tussen de verschillende rollen: wij initiëren, faciliteren, controleren, adviseren en regisseren. Tegelijkertijd willen we de kosten van de organisatie omlaag brengen. Daarom zijn de afgelopen jaren forse veranderingen en bezuinigingen doorgevoerd. Dat zetten we de komende jaar door en dat moet ertoe leiden dat de organisatie kleiner, flexibeler en wendbaarder wordt. Voorbeelden zijn de vorming van het Noordelijke belastingkantoor, de outsourcing van I&A, de voltooiing en doorontwikkeling van de WIJ teams en de gebiedsteams, het toekomstbestendig maken van de publieke dienstverlening en de implementatie van de nieuwe Omgevingswet. Daarnaast blijven we inzetten op mobiliteit, opleiding en ontwikkeling om de medewerkers optimaal inzetbaar te maken en te houden.
3. Financieel Perspectief
In de voorjaarsbrief hebben we een financieel perspectief geschetst, waarin we geen ruimte zagen voor nieuwe ambities. In de begroting kunnen we dit beeld positief bijstellen. De septembercirculaire van het gemeentefonds leidt tot een fors structureel voordeel. Hierbij is door het kabinet een winstwaarschuwing afgegeven. In de volgende kabinetsperiode zal worden nagedacht over wijzigingen in het zorgstelsel en pensioenstelsel. Dit kan effect hebben op de algemene uitkering. Naast de structurele plus hebben we ook incidentele ruimte gevonden. In de begroting doen we voorstellen voor de inzet daarvan.
Gezien het financieel perspectief hebben we ruimte voor knelpunten en nieuwe ambities. We stellen extra middelen beschikbaar voor onder andere de bijzondere bijstand, onderhoud Martiniplaza, uitvoering sociale werkvoorziening, grondexploitaties, gebiedsgericht werken en de aanvulling van zorgbudgetten in het sociaal domein. We versterken ook het weerstandsvermogen door middelen toe te voegen aan de reserve sociaal domein.
We stellen een stedelijk investeringsfonds in. Dit is een reserve voor fysieke investeringen in gebiedsontwikkeling waaruit bijvoorbeeld noodzakelijke voorinvesteringen in grondexploitaties of investeringen in infrastructuur kunnen worden gedaan. We voegen de overgebleven middelen uit het investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV) toe aan het stedelijk investeringsfonds. Daarbij hebben we een herijking op de inzet van de resterende ISV-middelen uitgevoerd. Op basis van de herijking kan een bedrag van € 8,7 miljoen worden ingezet voor nieuwe ambities. Daarnaast voegen we hier € 1,5 miljoen aan toe uit de algemene middelen. Met deze middelen vergroten we onze ambities op het gebied van stedelijke vernieuwing. We stellen middelen beschikbaar voor onder andere het cultuurcluster in het Ebbingekwartier, de plannen voor het Noordelijk Scheepvaartmuseum, het uitvoeringsprogramma bestemming binnenstad en wijkvernieuwing.
We geven nu een toelichting op het financieel perspectief. We gaan in op het meerjarenbeeld en de dekkingsmogelijkheden. Deze bepalen samen de ruimte voor knelpunten en ambities. Tot slot laten we de ontwikkeling van het weerstandsvermogen zien. Onderstaand overzicht geeft de ontwikkeling van het financiële perspectief. De effecten van de septembercirculaire zijn hierin opgenomen.
(bedragen x € 1.000) | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|
Actueel meerjarenbeeld | 3.148 | 6.450 | 6.867 | 7.832 |
Dekkingsbronnen | 21.027 | 8.972 | 5.705 | 5.170 |
Knelpunten | -19.168 | -14.047 | -11.351 | -9.911 |
Ambities | -5.007 | -1.375 | -1.221 | -3.091 |
Saldo financieel perspectief | 0 | 0 | 0 | 0 |
We geven op hoofdlijnen een toelichting op de onderdelen van het perspectief en de afwijking ten opzichte van de voorjaarsnota.
Meerjarenbeeld
(bedragen x € 1.000) | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|
Actueel meerjarenbeeld | 3.148 | 6.450 | 6.867 | 7.832 |
Meerjarenbeeld voorjaarsnota | 5.170 | 3.302 | 1.995 | 1.502 |
Verschil | -2.022 | 3.148 | 4.872 | 6.330 |
Het meerjarenbeeld laat vanaf 2018 een structurele verbetering zien ten opzichte van de voorjaarsnota. Deze verbetering ontstaat door de groei van de uitkering uit het gemeentefonds, zoals blijkt uit de septembercirculaire. In 2017 is nog wel sprake van een nadeel. Dit is een effect van de meicirculaire. Hierover bent u eerder geïnformeerd.
Dekkingsbronnen
(bedragen x € 1.000) | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|
Actueel meerjarenbeeld | 21.027 | 8.972 | 5.705 | 5.170 |
Meerjarenbeeld voorjaarsnota | 12.895 | 5.075 | 4.851 | 3.796 |
Verschil | 8.132 | 3.897 | 854 | 1.374 |
De dekkingsbronnen tellen op tot € 21,0 miljoen in 2017, € 9,0 miljoen in 2018 en ruim € 5 miljoen in 2019 en 2020. In de voorjaarsnota hebben we alleen de onttrekking aan het weerstandsvermogen van € 12,9 miljoen als dekkingsbron genoemd. Deze was gekoppeld aan de incidentele opgave bij het realiseren van bezuinigingen. De onttrekking aan het weerstandsvermogen in 2017 wordt € 3,5 miljoen lager. Ruim € 2 miljoen hiervan verschuift naar 2018. De onttrekking wordt ook lager omdat we het knelpunt dat ontstaat door de doorwerking van bezuinigingen naar tarieven (de weglek) niet meer ten laste van het weerstandsvermogen brengen.
In de begroting voegen we ook een voordeel in de grondexploitatie Europapark van € 6,2 miljoen en middelen uit een ruil van structurele met incidentele middelen van € 3,7 miljoen toe aan de incidentele ruimte. Dit verklaart voor een groot deel de toename van dekkingsbronnen in de voorjaarsnota. Een toelichting op alle dekkingsbronnen is opgenomen in de begroting.
We houden in de begroting ook rekening met een voordeel door de herfinanciering van de gemeentelijke leningenportefeuille. Dit voordeel loopt in de komende jaren op tot € 1 miljoen in 2020.
Knelpunten
(bedragen x € 1.000) | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|
Knelpunten | -19.168 | -14.047 | -11.351 | -9.911 |
Knelpunten voorjaarsnota | -17.638 | -6.798 | -8.102 | -6.643 |
Verschil | -1.530 | -7.249 | -3.249 | -3.268 |
De knelpunten waarvoor we in 2017 middelen beschikbaar willen stellen tellen op tot € 19,1 miljoen. Het grootste deel hiervan was al opgenomen in de voorjaarsbrief. Er is een paar nieuwe knelpunten bijgekomen. Voor het sociaal domein zijn aanvullende middelen nodig door een structurele korting van het Rijk en extra kosten voor capaciteit en de verdere ontwikkeling van de WIJ-teams. Daarnaast gaat de transformatie niet snel genoeg om de vermindering van beleidsmiddelen, zoals opgenomen in de begroting 2016, op te kunnen vangen. We doen daarom een voorstel voor de inzet van extra middelen. Ook willen we de benodigde middelen voor het onderhoud van Martiniplaza beschikbaar stellen. In totaal gaat het om € 5,4 miljoen in de periode 2017-2020.
Naast nieuwe knelpunten is ook een aantal knelpunten aangepast ten opzichte van de voorjaarsnota. Per saldo nemen de knelpunten met € 1,5 miljoen toe ten opzichte van de voorjaarsnota.
Ook na 2017 zijn er meer knelpunten dan we hadden opgenomen in de voorjaarsnota. De aanvullende middelen voor het sociaal domein en onderhoud Martiniplaza lopen door in de periode 2018-2020. Daarnaast houden we vanaf 2018 rekening met een halvering van de taakstelling op subsidies tot € 1 miljoen (in 2017 wordt de taakstelling op subsidies opgelost door een onttrekking aan het weerstandsvermogen). Hiermee hebben we de grootste verschillen met de voorjaarsbrief benoemd.
Ambities
(bedragen x € 1.000) | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|
Ambities | -5.007 | -1.375 | -1.221 | -3.091 |
Bij het opstellen van de voorjaarsbrief hadden we nog geen ruimte voor nieuwe ambities. Wel hebben we gemeld dat we zouden kijken naar de mogelijkheid middelen vrij te spelen voor nieuwe ambities. De uitkomst van de septembercirculaire maakt het mogelijk middelen beschikbaar te stellen voor nieuwe ambities. Zo willen we het budget voor gebiedsgericht werken verhogen en het weerstandsvermogen aanvullen. In de begroting stellen we voor de reserve sociaal domein te voeden met in totaal € 5 miljoen in de jaren 2017-2020. Deze reserve is onderdeel is van het beschikbare weerstandsvermogen. Aanvulling van de reserve leidt dus ook tot verbetering van het weerstandsvermogen.
Zoals al eerder aangegeven willen we een stedelijk investeringsfonds instellen. We voegen hier in 2017 € 1,5 miljoen aan toe vanuit de algemene middelen. Samen met de ISV-middelen die anders kunnen worden ingezet kunnen we een aantal nieuwe projecten realiseren.
De (beperkte) saldi die overblijven, verrekenen we jaarlijks met het weerstandsvermogen. Onder aan de streep sluit het financiële perspectief daarmee op nul.
In de begroting is het weerstandsvermogen geactualiseerd. Deze komt in 2017 uit op 0,97. De verbetering ten opzichte van voorjaarsnota komt door de voorgestelde aanvulling van de reserve sociaal domein. Daarnaast verlaagt de actualisatie van de risico’s het benodigd weerstandsvermogen. De verwachting voor de komende jaren is als volgt:
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|
Ontwikkeling weerstandsvermogen | 0,97 | 0,98 | 0,98 | 0,98 |
Voor de grondexploitatie Meerstad werken we aan een voorstel voor overheveling van investeringen in bovenwijkse voorzieningen naar de gemeente. Dit voorstel heeft financiële consequenties voor de begroting, de grondexploitatie Meerstad en het weerstandsvermogen. Door bovenwijkse voorzieningen uit de grondexploitatie te halen ontstaat in de grondexploitatie ruimte om tegenvallers op te vangen en verlagen we het risico van de grondexploitatie. Dit is positief voor zowel de grondexploitatie als de gemeente als geheel. De kapitaallasten van de bovenwijkse voorzieningen kunnen in de eerste jaren worden gedekt uit de verlaging van het benodigde weerstandsvermogen. Daarna zal dekking moeten worden gevonden in de algemene middelen, waarbij ook eventuele incidentele opbrengsten uit de grondexploitatie kunnen worden betrokken.
In de paragraaf grondbeleid gaan we in op de achtergrond van het voorstel voor overheveling van de bovenwijkse voorzieningen en geven we een indicatie van de financiële consequenties. We verwachten u het voorstel voor het eind van het jaar aan te kunnen bieden. Indien u besluit tot overheveling, kan dit worden verwerkt in de gemeenterekening 2016 en volgende begrotingen.
4. Opzet begroting
Afgelopen jaar verscheen de begroting voor het eerst als webversie. Binnen een groeimodel, want we willen kijken hoe we deze webversie beter en uitgebreider kunnen inzetten. De webversie 2.0 bevat meer structuur en meer indicatoren voor de output van onze organisatie en de effecten van ons beleid. Daarmee beogen we in te spelen op de door u aangegeven behoefte aan adequate, goed ontsloten sturingsinformatie en informeren we transparant inwoners, instellingen en bedrijven in de stad met wie we de samenwerking zoeken.