Begroting 2017

Belastingen

Hieronder geven wij een toelichting op de ontwikkeling van de diverse belastingen van de gemeente Groningen.

Onroerende-zaakbelasting (OZB)
De raming van de OZB opbrengst stijgt met € 1,214 miljoen als gevolg van de nominale tariefstijging van € 665.000 en een toename van het aantal panden door nieuwbouw die OZB betalen van € 300.000. De grenscorrectie met Meerstad leidt tot een extra belastingopbrengst van € 249.000.

Roerende Zaakbelasting
De opbrengst roerende zaakbelasting stijgt met € 1.000 als gevolg van het jaarlijks indexeren van het tarief.

Hondenbelasting
De opbrengst hondenbelasting stijgt met € 11.000 als gevolg van het jaarlijks indexeren van het tarief.

Logiesbelasting
De opbrengst van de logiesbelasting stijgt met € 110.000 als gevolg van het jaarlijks indexeren van het tarief (€ 50.000) en een toename van het aantal overnachtingen (€ 60.000).

Precariobelasting
De precariobelasting is een belasting voor het gebruik van gemeentegrond en is een algemeen dekkingsmiddel. In Groningen hebben we echter een relatie gelegd tussen de opbrengst van de precariobelasting en de kosten. Inzet is dat de kosten van handhaving in de openbare ruimte volledig gedekt worden uit de opbrengst precariobelasting. Op begrotingsbasis nemen de baten precariobelasting ten opzichte van de actuele begroting 2016 toe met € 14.000 naar € 676.000. Dit kan worden verklaard door het jaarlijks indexeren van het tarief en hoger gebruik van gemeentegrond. De kostendekkendheid op begrotingsbasis bedraagt 100%.

Parkeergelden
De parkeergelden bestaan uit een publiekrechtelijk en een privaatrechtelijk deel. Het publiekrechtelijk deel wordt ook wel parkeerbelasting genoemd en daaronder vallen de tarieven voor het parkeren bij parkeermeters en parkeerautomaten, de boetes voor het rood staan bij parkeermeters en parkeerautomaten, de kosten van het (gratis) fiets parkeren en de tarieven voor parkeervergunningen. Onder het privaatrechtelijk deel vallen de tarieven voor parkeergarages en buurtstallingen. Het uitgangspunt is dat het in totaal kostendekkend is.

Voor de publiekrechtelijke parkeergelden (parkeerbelasting) is de doelstelling van regulering expliciet in de wet vastgelegd. In de tariefstelling mag onderscheid gemaakt worden naar parkeerduur (kort/lang), het moment waarop wordt geparkeerd (dag/avond/weekend), het gebied waar wordt geparkeerd en het type vergunning. In Groningen maken we gebruik van de toegestane differentiatiemogelijkheden. We sturen zowel met tarieven, de duur van parkeren als met de beschikbaarheid van parkeerplaatsen.

De opbrengst van de publiekrechtelijke parkeergelden (parkeerbelasting) stijgt met € 613.000 ten opzichte van de actuele begroting 2016. Enerzijds wordt een verhoging van de tarieven voor parkeervergunningen en bezoekerspassen doorgevoerd. Anderzijds zijn er volume effecten bij het straatparkeren. De kostendekkendheid van het publiekrechtelijk deel (de parkeerbelasting) bedraagt 166%.

De opbrengst van de parkeergelden privaatrechtelijk voor 2017 wordt geraamd op € 7,875 miljoen. Ten opzichte van de begroting 2016 is dat een stijging van € 187.000 (ingroei parkeergarages). De kostendekkendheid van het privaatrechtelijk deel bedraagt 94% in 2017.