Begroting 2017

Risico's

Programma 1

Naam risico  

Financiering uitvoering wet BUIG

Programma

Werk en inkomen

Omschrijving

De prognose van het tekort BUIG 2016 op grond van het nader voorlopige budget 2016 komt uit op € 6,1 miljoen negatief. Voor 2017 zal het verdeelmodel worden aangepast. Het effect hiervan op het budgetaandeel van de gemeente Groningen wordt pas duidelijk bij de bekendmaking van voorlopig budget 2017. Zoals elk jaar valt dit moment samen met de vaststelling van de concept-gemeentebegroting door het college.
Vanaf 2017 komt er een aangepaste vangnetregeling. In 2017 en 2018 wordt een eigen risico drempel van 5% gehanteerd en geldt een getrapte vergoeding tot 12,5%. Van het tekort tussen 5 en 12,5% wordt de helft vergoed. Een tekort boven 12,5% wordt volledig vergoed. Om in 2017 voor compensatie in aanmerking te komen moet het tekort over de periode 2016-2017 minimaal 5% van het budget 2017 bedragen. Vanaf 2018 wordt twee jaar teruggekeken. Het maximale eigen risico in 2017 en 2018 bedraagt € 13,5 miljoen (8,75% van het budget). Met ingang van 2019 geldt een eigen risicodrempel van 7,5% waardoor het maximale eigen risico toeneemt. Wij verwachten overigens niet dat ons tekort tot het maximale eigen risico zal stijgen. Gezien onze ervaringen met de budgetverdeling vanaf 2004 gaan we uit van een tekort en niet van een overschot. Op basis van de voorgestelde aanpassingen aan het model verwachten we een verbetering van onze positie in de budgetverdeling waardoor de grootste kans bestaat op een tekort tussen € 0 en € 3,4 miljoen.

We houden voor 2017 en 2018 rekening met een risico van 3 miljoen en een kans van voordoen van 75%. Vanaf 2019 neemt het maximale tekort toe tot € 15,3 miljoen (10% van  het budget) omdat de eigen risico drempel dan 7,5% bedraagt. Wij verwachten niet dat het tekort zich in deze mate zal voordoen. Wij gaan in 2019 en volgende jaren uit van een risico van € 3,4 miljoen waarbij de kans van voordoen 75% bedraagt

Risicobedrag 2017

€ 3 miljoen

Kans 2017

75%

Risicobedrag 2018

€ 3 miljoen

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2019

€ 3,4 miljoen

Kans 2019

75%

Risicobedrag 2020

€ 3,4 miljoen

Kans 2020

75%

Structureel/Incidenteel

structureel

1e signaleringsmoment

2014 VGR 2 en Begroting 2015

Actie

Alert zijn op de uitkomst van het verdeelmodel

Naam risico  

Risico loonstijgingen SW

Programma

Werk en Inkomen

Omschrijving

Op 22 december 2015 hebben de VNG en de bonden een onderhandelaarsakkoord bereikt over een nieuwe cao SW. In de begroting 2016 is met een cao-effect voor SW personeel geen rekening gehouden. Het onderhandelaarsakkoord bestaat uit drie delen. Een eenmalige uitkering van € 325,- een verhoging van de eindejaarsuitkering van 3% naar 3,75% en een afspraak over de indexatie van de lonen over de periode 2016-2018. De extra kosten voor de eenmalige uitkering en de verhoging van de eindejaarsuitkering worden gedekt uit de vrijval als gevolg van de lagere pensioenpremie. De indexatie van de lonen wordt gekoppeld aan de indexatie van het wettelijk minimumloon. De afspraak is gemaakt dat, als het kabinet de loon- en prijsontwikkeling doorgeeft aan de vakdepartementen, deze compensatie wordt doorgegeven aan gemeenten ter dekking van de hogere loonkosten. Een loonsverhoging van 1% heeft een financieel effect van ongeveer € 300.000. Voor de periode 2016-2018 is daarom het risico geschrapt. Na 2018 is de situatie onzeker.

Risicobedrag 2017

€ 0

Kans 2017

0%

Risicobedrag 2018

€ 0

Kans 2018

0%

Risicobedrag 2019

€ 300.000

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

€ 300.000

Kans 2020

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

2012

Actie

 berichtgeving Rijk afwachten

Naam risico  

Terugvordering BTW op reïntegratietrajecten

Programma

Werk en Inkomen

Omschrijving

De btw op kosten voor re-integratietrajecten is vanaf de instelling van het btw-compensatiefonds verrekend met de Belastingdienst. Naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank van 13 juli 2011 over het verrekenen van btw op individuele re-integratieactiviteiten is sprake van een risico. In juni 2012 hebben wij informatie ontvangen dat de verrekening van btw wellicht voor een deel niet mogelijk is. Het niet verrekenbare deel zou mogelijk 2/3 deel uitmaken van het totaal.  Als uiteindelijk blijkt dat de btw ten onrechte is verrekend met het btw-compensatiefonds, kan dit betekenen dat een deel van de btw over de jaren 2011-2016 moeten worden terugbetaald. Het totaal verrekende bedrag over de genoemde periode bedraagt circa € 3 miljoen.

In het land tekent zich het beeld af dat terugvordering waarschijnlijk niet aan de orde zal zijn omdat de belastingdienst daarvoor onvoldoende grond heeft. Dit wordt door de fiscalisten bevestigd. Wij streven ernaar om de afrekening met de belastingdienst in 2016 af te ronden, maar zijn daarbij afhankelijk van de snelheid waarmee de belastingdienst dit punt gaat oplossen. Daarom hebben we het risico ook naar 2017 doorgetrokken..

Risicobedrag 2017

€ 2,0 miljoen

Kans 2017

25%

Risicobedrag 2018

0

Kans 2018

0%

Risicobedrag 2019

0

Kans 2019

0%

Risicobedrag 2020

0

Kans 2020

0%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2012

Actie

wij zijn in gesprek met de belastingdienst

Programma 2

Naam risico  

Lening Euroborg

Programma

Economie en Werkgelegenheid

Omschrijving

De Euroborg NV heeft één huurder, waardoor het risico bestaat dat de Euroborg NV niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen richting de gemeente Groningen.

Risicobedrag 2017

€ 7,48 miljoen  

Kans 2017

25%

Risicobedrag 2018

€ 6,98 miljoen

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

6,46 miljoen

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

€ 5,93 miljoen

Kans 2020

25 %

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2006

Actie

Met het aflossen van de lening, loopt het risico jaarlijks terug. Als enig aandeelhouder van de Euroborg NV monitoren wij de NV.

Naam risico  

Uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties

Programma

Economie en werkgelegenheid en Wonen

Omschrijving

Om de risico's die voortvloeien uit de grondexploitaties in uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties te kwantificeren wordt de risicoboxenmethode gehanteerd. Het risico op een plantekort kan voortvloeien uit vertraging in het uitgiftetempo van gronden, uitgifte van gronden tegen lagere grondprijzen dan in de exploitatiebegroting is voorzien, aanbesteding van civieltechnische werken, vertraging in het tempo van realisering, etc.

De risico’s zijn met behulp van de risicoboxenmethode gekwantificeerd. De minimale omvang van de risico's die verband houden met grondexploitaties en nog in exploitatie te nemen gronden in 2017 bedraagt € 187,5 miljoen. Dit risico heeft betrekking op alle lopende grondexploitaties inclusief Meerstad. De uitkomst van de risicoboxensystematiek nemen we, conform de kadernota, geheel mee in onze bepaling van het benodigde weerstandsvermogen, vandaar dat de kans op 100% wordt gesteld.

In deze begroting kondigen we aan dat we u eind 2016 een voorstel zullen voorleggen om de bovenwijkse voorzieningen die zijn opgenomen in de grondexploitatie Meerstad uit de grondexploitatie te halen. Dit heeft invloed op de boekwaarde en verlaagt het risico van de grondexploitatie. In de paragraaf grondbeleid is hierover een nadere toelichting opgenomen. Nadat door de raad een besluit is genomen, zullen de effecten hiervan worden meegenomen bij het bepalen van het risico en het benodigd weerstandsvermogen.

Risicobedrag 2017

€ 187,5 miljoen

Kans 2017

100%

Risicobedrag 2018

€ 185,9 miljoen

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

€ 184,8 miljoen

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

€ 183.7 miljoen

Kans 2020

100 %

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2004  

Actie

De risicoboxenmethode is gebaseerd op het boxenmodel van de lopende grondexploitaties. Voor het bepalen van de noodzakelijke omvang van de egalisatiereserve zijn de in box III aangegeven risico’s van de lopende grondexploitatie relevant. Box III geeft inzicht in de risico’s van het project welke niet opgenomen zijn in de projectbegroting/grondexploitatie. De risico’s en het effect op het weerstandsvermogen van nieuwe (grote) projecten maken we afzonderlijk inzichtelijk.

Programma 3

Naam risico  

Verkoop panden voor dekking kapitaallasten VMBO Noordoost/West

Programma

Jeugd en onderwijs

Omschrijving

Uw raad besloot op 29 september 2010 vijf percelen te verkopen en de opbrengst (geraamd op 6,1 miljoen) in te zetten voor de dekking van kapitaallasten van de nieuw gerealiseerde VMBO-scholen. Wij hebben in 2011 één van de percelen verkocht en één pand kreeg een voortgezet onderwijsgebruik. Het alsnog benutten van dit pand voor onderwijshuisvesting is gedaan om vanuit een breed perspectief de mogelijkheden optimaal te benutten en kosten te besparen. In 2015 is de Heinsiusstraat verkocht. Daarmee blijft alleen Travertijnstraat 12 nog over om te verkopen voor de dekking van dit risico.

De opbrengst van het pand aan de Travertijnstraat van € 2,3 miljoen kan de komende jaren niet worden gerealiseerd, omdat dit pand voor een periode van 5 jaar wordt verhuurd aan stichting Backbone voor onder meer de huisvesting en begeleiding van jongeren. De huuropbrengst wordt gebruikt voor de instandhouding van het gebouw en de zakelijke lasten. De kapitaallasten zijn niet gedekt en de huuropbrengst levert de komende 5 jaar geen bijdrage aan de dekking van de kapitaallasten van de investering in de nieuwe VMBO-scholen. Deze optie is ontwikkeld voor het onderbrengen van het Backbone-initiatief en omdat de marktomstandigheden voor verkoop van het pand Travertijnstraat op dit moment minder gunstig zijn.

Risicobedrag 2017

€ 140.000

Kans 2017

75%

Risicobedrag 2018

€ 140.000

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2019

€ 140.000

Kans 2019

75%

Risicobedrag 2020

€ 140.000

Kans 2020

75%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Augustus 2014

Actie

In 2015 hebben wij het gebouw aan de Canadalaan verkocht. Dit gebouw stond niet op de oorspronkelijke lijst van panden voor de dekking van VMBO scholen. Dit hebben wij gedaan vanwege het risico van het niet tijdig verkopen van Travertijnstraat. De verkoopopbrengst van de Canadalaan en die van de Heinsiusstraat hebben wij gedoteerd aan de reserve VMBO. De nog te realiseren verkoopopbrengst bedraagt na de verkoop van de Heinsiusstraat en Canadalaan € 2,3 miljoen. Dit betekent een resterend risico van € 140.000 structureel vanwege de jaarlijkse kapitaallasten. Zoals het geval bij de verkoop van de Canadalaan willen wij de komende tijd de eventuele verkoopopbrengst van onderwijspanden die niet op de lijst staan voorleggen aan uw raad als dekking van dit risico. Daarmee willen wij dit risico verkleinen dan wel weg werken.

Het gebouw aan de Travertijnstraat 12 is in gebruik gegeven aan Backbone tot 2020. Dat betekent dat een deel van het risico blijft bestaan tot Travertijnstraat 12 is verkocht. Dekking van de kapitaallasten wordt momenteel gevonden binnen het budget onderwijshuisvesting. Dat kan alleen zolang er nog reserve is. De reserve staat wel onder druk

Programma 4

Naam risico  

Risico's sociaal domein

Programma 4

Welzijn, gezondheidszorg en Vernieuwing sociaal domein

Omschrijving

Wij hebben omvangrijke bezuinigingen op de zorgkosten ingeboekt als gevolg van de decentralisaties die in 2015 naar de gemeente zijn overgekomen. In het Beleidsplan en het Uitvoeringsplan Vernieuwing Sociaal Domein hebben we de richting aangegeven hoe we deze rijksbezuinigingen structureel willen opvangen. Wij kampen daarbij nog steeds met onzekerheden, omdat zorgaanbieders nog steeds in een ontwikkel/groeifase van dit veranderende sociaal domein zitten en ook wijzelf nog deels in opbouw zijn om optimaal uitvoering te geven aan deze extra taken. Naarmate wij meer gegevens ontvangen over werkelijk verleende zorg door zorgaanbieders en de daarbij behorende kosten, kunnen wij steeds secuurder een beeld schetsen van de werkelijke financiële impact van deze decentralisaties en de risico’s die onze gemeente daarbij loopt.

Het risico sociaal domein onderscheiden wij in een risico op zorggebruik, een risico op de transformatie van dure naar goedkopere zorg en een risico huisvesting van de WIJ-teams.

Het risico op zorggebruik houdt in dat onzeker is in hoeverre afgegeven indicaties daadwerkelijk worden besteed. Het benodigde zorgbudget voor Wmo begeleiding in de begroting is berekend op basis van de actuele indicatiewaarde en de verzilveringspercentages tot en met augustus 2016. De omvang van het risico ramen we op € 3,1 miljoen (kans * effect).

Het risico op transformatie houdt in dat het onzeker is dat de geraamde besparing van dure naar goedkopere zorg daadwerkelijk gerealiseerd wordt.  De getroffen maatregelen om deze transformatie te realiseren betreffen o.m. de organisatie van de toegang via de WIJ-teams, herindicaties en investeringen in innovatie. Of en in welke mate deze maatregelen het beoogde transformatie-effect opleveren, moet in de praktijk blijken. Het risico dat hieraan verbonden is bedraagt € 0,9 miljoen (kans * effect). Voor de jaren 2018 en 2019 € 2,8 miljoen en voor 2020
€ 3,2 miljoen.

Voor de huisvesting WIJ-teams zijn en worden door SSC-Vastgoed huurcontracten afgesloten voor 5 jaar. Daarnaast doen wij investeringen in eigen panden met een afschrijvingstermijn van gemiddeld 12,5 jaar. Met het oog op de huidige discussie over de toekomst van de WIJ-teams en de locaties na 2017, betekent dit een risico van maximaal  € 0,25 miljoen (kans * effect).

De risicobedragen van de genoemde onderdelen (zorggebruik, transformatie en huisvesting WIJ) zijn tot stand gekomen door voor verschillende bandbreedtes te bepalen wat de kans is dat het risico binnen de betreffende bandbreedte valt. Omdat daarbij al rekening wordt gehouden met de kans dat het risico binnen bepaalde bandbreedtes valt, wordt de uitkomst volledig meegenomen bij het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen.
Het totale structurele risico VSD komt daarmee voor 2017 op € 4,2 miljoen (kans * effect). In de jaren daarna neemt het risico toe door toename van het risico bij de transformatie.

Bij de jaarrekening 2015 was het risico VSD nog € 16,3 miljoen. De daling is veroorzaakt door het verlagen van het risico op inkoop 2017 als gevolg van de geactualiseerde indicatiewaarde in combinatie met de geëxtrapoleerde verzilveringspercentages op basis van werkelijk ontvangen en betaalde facturen. Daarnaast zorgt de inzet van extra beleidsmiddelen voor beperking van het risico. Het risico loopt na 2017 op doordat de transformatie-opgave toeneemt. We zullen na 2017 in staat zijn een betere risico-inschatting te maken omdat we meer inzicht hebben in het zorggebruik en de substitutie die plaatsvindt.

Risicobedrag 2017

€ 4,2 miljoen

Kans 2017

100%.

Risicobedrag 2018

€ 6,1 miljoen

Kans 2018

100%.

Risicobedrag 2019

€ 6,1 miljoen

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

€ 6,5 miljoen

Kans 2020

100%.

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Maart  2014

Actie

Eind 2016 is er een stadsbrede dekking van WIJ-teams. Binnen deze teams moet de omslag plaatsvinden van ‘hulpverlenen’ naar ‘ondersteunen en faciliteren’. Voor zowel het zorggebruik- als transformatie risico geldt dat naarmate meer informatie beschikbaar is  en we het beter kunnen monitoren het zorggebruik en transformatie effect nauwkeuriger  in de begroting kunnen ramen. Hiermee zal het begrotingsrisico verminderd kunnen worden.  
Wat betreft het risico huisvesting WIJ-teams geldt dat zolang het huidige beleid ten aanzien van huisvesting WIJ-teams wordt voortgezet zal het risico zich niet voordoen.

Programma 5

Naam risico  

Wijziging in btw-regelgeving en sport

Programma

Sport en bewegen

Omschrijving

Het Rijk is van plan het Sportbesluit aan te passen. Een van de aanpassingen is waarschijnlijk de btw-vrijstelling op (oude) investeringen en onderhoud van (sport)accommodaties. We lopen een structureel risico van € 1,4 miljoen en een incidenteel risico van € 1,5 miljoen in verband met de btw op (oude) investeringen. Omdat het Rijk nog een wetsvoorstel moet indienen gaan we ervan uit dat het risico zich voordoet vanaf 2018.

Risicobedrag 2017

0

Kans 2017

0%

Risicobedrag 2018

€ 1,4 miljoen en € 1,5 miljoen

Kans 2018

50%

Risicobedrag 2019

€ 1,4 miljoen

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

€ 1,4 miljoen

Kans 2020

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

2014 VGR 2 en Begroting 2015

Actie

We hebben de financiële gevolgen aangeleverd bij het VNG. VNG en VSG pleiten er nog steeds voor om af te zien van de voorgenomen wetswijziging. We volgen de ontwikkelingen op rijksniveau.

Naam risico  

Bedrijfsrisico werkmaatschappij Sport & Recreatie (WSR)

Programma

Sport en bewegen

Omschrijving

De werkmaatschappij Sport & Recreatie (WSR) van de gemeente kent een afhankelijkheid van de economische conjunctuur en het weer. Wij houden rekening met een specifiek bedrijfsrisico ter hoogte van ca. 10% van de tarief-gerelateerde omzet. Die omzet is circa € 5,6 miljoen.

Risicobedrag 2017

€ 560.000

Kans 2017

25%

Risicobedrag 2018

€ 560.000

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

€ 560.000

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

€ 560.000

Kans 2020

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Actie

Het blijvend stimuleren van het gebruik van de voorzieningen.

Programma 6

Naam risico  

Fusie Kunstencentrum / Muziekschool

Programma

Cultuur

Omschrijving

Het gemeentelijke personeel van de Muziekschool, dat per 1 juli 2013 over is gegaan in de nieuw gevormde fusie-instelling met het Kunstencentrum, heeft een bovenwettelijke inkomenswaarborg voor een periode van maximaal 5 jaar. In geval van faillissement en/of liquidatie wordt een eventueel verschil in uitkeringsrechten tussen het sociale plan van de fusie-instelling en garanties volgens de uitkeringsrechten ingevolge de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Groningen (ARG) aangevuld.

Risicobedrag 2017

€ 1,5 miljoen

Kans 2017

25%

Risicobedrag 2018

€ 750.000

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

0

Kans 2019

0%

Risicobedrag 2020

0

Kans 2020

0%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Begroting 2013

Actie

Het risico wordt afgedekt door de algemene egalisatiereserve. Indien de situatie van faillissement / liquidatie zich voordoet kan worden overwogen om niet de algemene egalisatie reserve aan te spreken, maar de vrijval van subsidie aan de fusiecombinatie in te zetten (2016 jaarlijks € 2,940 miljoen).

Naam risico  

Exploitatie Groninger Forum

Programma

Cultuur

Omschrijving

Door de verwachte latere opening van het gebouw ontstaat een risico voor tekorten in de exploitatie van het Groninger Forum. Het risico treedt pas op na opening.

Risicobedrag 2017

0

Kans 2017

0%

Risicobedrag 2018

0

Kans 2018

0%

Risicobedrag 2019

0

Kans 2019

0%

Risicobedrag 2020

0

Kans 2020

0%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

rekening 2014

Actie

Samen met het Groninger Forum worden de ontwikkelingen in de exploitatie gevolgd.

Naam risico  

Bedrijfsrisico werkmaatschappijen OPSB en CBK

Programma

Cultuur

Omschrijving

Een deel van de inkomsten van de directies Oosterpoort Stadsschouwburg (OPSB) en het Centrum Beeldende Kunst (CBK) is afhankelijkheid van de economische conjunctuur. Wij houden rekening met een bedrijfsrisico van 10% van de omzet van circa € 8 miljoen.
Het aandeel van de OPSB bedraagt circa € 7,6 miljoen en het aandeel van het CBK circa € 350.000.

Risicobedrag 2017

€ 800.000

Kans 2017

25%

Risicobedrag 2018

€ 800.000

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

€ 800.000

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

€ 800.000

Kans 2020

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Actie

Het blijvend stimuleren van het gebruik van de voorzieningen.

Programma 7

Naam risico  

Parkeerbedrijf

Programma

Verkeer

Omschrijving

In de meerjarenprognose 2012 is een eerste aanzet gegeven voor een gevoeligheidsanalyse om inzicht te krijgen in de omvang van de risico’s en het benodigde weerstandsvermogen. Door de toename van de omvang van de vastgoedportefeuille (vooral parkeergarages) nemen de risico’s ook navenant toe.
Voor het bepalen van het risico van het parkeerbedrijf wordt een risicoanalyse uitgevoerd voor de onderdelen: rente, opbrengsten en kosten, OV-bijdrage, bezettingsgraad parkeergarages en straatparkeren.
Op basis van de meerjarenprognose 2015 is het incidentele risico gekwantificeerd op € 4,27 miljoen voor de periode 2016-2019. Rekening houdend met de kans van optreden vraagt dit een weerstandsvermogen van € 3,8 miljoen voor de periode tot en met 2019.
Voor de gehele looptijd (doorgerekend tot en met 2024) bedraagt het risicobedrag circa € 14,8 miljoen (2014 € 18,2 miljoen over de periode tot en met 2024). Rekening houdend met de kans van optreden komt dit neer op een benodigd weerstandsvermogen van € 13,4 miljoen.
De afname van het benodigde weerstandsvermogen wordt grotendeels verklaard door de lagere rente (effect € 2 miljoen) en door een lagere risico bij het bezettingsgraad risico van de gemeentelijke parkeergarages (vooral door aanpassing van de exploitatie-opzet Forumgarage). Het lagere risico bij de parkeergarages wordt verklaard door het feit dat de Oosterpoortgarage eind 2016 uit de exploitatie gaat (effect € 300.000) en doordat de Forumgarage (effect €400.000) later open gaat.

Risicobedrag 2017

€ 4,7 miljoen

Kans 2017

100%

Risicobedrag 2018

€ 5,5 miljoen

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

€ 6,1 miljoen

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

€ 6,4 miljoen

Kans 2020

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Al jaren in P&C documenten

Actie

Wij zullen jaarlijks het benodigde weerstandsvermogen opnieuw berekenen.

Naam risico  

Verkeer en vervoersprojecten

Programma

Verkeer  

Omschrijving

De risico's bij verkeersprojecten hebben voornamelijk betrekking op de omvang van de investeringskosten.  Vooraf worden de risico's zover mogelijk teruggebracht en beheerst door voor de start van uitvoering zoveel mogelijk uitgewerkte ontwerpen en kostenramingen beschikbaar te hebben.
Bij kleinere verkeersprojecten (onder de € 5 miljoen) houden we geen rekening met een risico. Deze projecten worden uitgewerkt tot en met het definitief ontwerp voordat een kredietaanvraag wordt gedaan. In de praktijk blijken zich op deze projecten nauwelijks afwijkingen voor te doen. Bij de grote verkeersprojecten houden we rekening met een risico van 10% van de  investeringskosten.

Voor de projecten verkeer en vervoer wordt de omvang van de risico's ingeschat op € 2,8 miljoen. Hierin is ook rekening gehouden met een onvoorzien deel, waarmee het risico van nieuwe verkeersprojecten kan worden opgevangen.

De investeringen  die voortvloeien uit de Netwerkanalyse zijn buiten beschouwing gelaten. We beschouwen deze kredieten als taakstellend. Als een afzonderlijke maatregel goedkoper of duurder uitvalt kan tussentijds worden bijgestuurd. We achten het risico minimaal en hebben deze projecten daarom buiten de risicoberekening gelaten.

Risicobedrag 2017

€ 2,8 miljoen

Kans 2017

50%

Risicobedrag 2018

€ 2,8 miljoen

Kans 2018

50%

Risicobedrag 2019

€ 2,8 miljoen

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

€ 2,8 miljoen

Kans 2020

50 %

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Al jaren in P&C documenten

Actie

Voorafgaand aan investeringen worden risico’s van verkeersprojecten zover mogelijk teruggebracht en beheerst door voor de start van uitvoering zoveel mogelijk uitgewerkte ontwerpen en kostenramingen beschikbaar te hebben. Daarnaast wordt per project de mogelijkheid bekeken om bij te sturen.

Programma 8

Naam risico  

Bezwaarprocedures bouwleges

Programma

Wonen

Omschrijving

Er loopt op dit moment nog 1 procedure over de hoogte van de bouwleges. Het totale risico is gekwantificeerd op € 414.000. De kans is geschat 50%. Rekening houdend met de kans op voordoen komen wij op een benodigd weerstandsvermogen van € 207.000.

Risicobedrag 2017

€ 414.000

Kans 2017

 50%

Risicobedrag 2018

Kans 2018

Risicobedrag 2019

Kans 2019

Risicobedrag 2020

Kans 2020

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2008

Actie

Inzet stadsadvocaat t.b.v. verweer in procedures

Naam risico  

Uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties

Programma

Economie en werkgelegenheid en Wonen

Dit risico is beschreven en uitgewerkt in programma 2 Economie en Werkgelegenheid.

Naam risico  

Gemeentelijk aandeel risico project Warmtenet BV/Geothermie

Programma

 Wonen

Omschrijving

WarmteStad is gelijktijdig met het opstellen ven de business case gestart met risicomanagement. In verschillende fasen zijn er risicosessies geweest en tussentijds is er steeds aandacht geweest voor het identificeren, beheersen en financieel vertalen van risico's. Hiervoor is gebruik gemaakt van de online tool RiskID om dit proces consistent en effectief te laten verlopen. Voor het onderdeel geothermie zijn bovenop het reguliere proces van risicomanagement nog aperte sessies georganiseerd met landelijk erkende specialisten en ervaringsdeskundigen op gebied van geologie, mijnbouw en geothermie. Zo is gedurende het proces structureel aandacht voor risico's geweest en zijn veel risico's geminimaliseerd, gepasseerd en beheerst. De resterende risico's zijn financieel vertaald in de business case. Bepalend voor de hoogte ven het weerstandvermogen zijn drie risico's:
1. Geothermische bron functioneert niet;
2. Onderneming presteert financieel minder den de prognose;
3. Faillissement.
In de begroting 2016 is € 1 miljoen gereserveerd als weerstandsvermogen voor het verstrekken van € 7 miljoen aandelenkapitaal voor Geothermie Noordwest. Dit is 14% van € 7 miljoen. Beoordeeld is of dit bedrag voldoende is.

1) Geothermische bron functioneert niet
Wanneer de geothermische bron onverhoopt geen of onvoldoende vermogen levert is 85% van de ondergrondse investeringen vanuit de Regeling Nationale EZ Subsidies (RNES) afgedekt. 15% van dit risico is voor de initiatiefnemer. Naast het restrisico op de boorkosten (€ 1,5 miljoen) is er dan sprake van extra stookkosten (€ 1,5 miljoen) voor de overgangsperiode ven twee jaar tot ingebruikname biomassacentrale.
Samen vormt dit € 3 miljoen. De warmteonderneming die verder gaat op biomassa willen wij niet belasten met een restschuld uit de mislukte geothermische bron. Uitgaande van een risicoverdeling die we nu voorzien tussen gemeente/Waterbedrijf Groningen/Provincie Groningen is het gemeentelijk aandeel in dit risico circa € 1,3 miljoen.
Voor beide andere risico’s zijn de beheersmaatregelen voldoende.

Risicobedrag 2017

€ 1,3 miljoen

Kans 2017

100%

Risicobedrag 2018

€ 1,3 miljoen

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

€ 1,3 miljoen

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

€ 1,3 miljoen

Kans 2020

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2017

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken.

Programma 9

Naam risico  

Aanpak spoedlocaties en overige risico's bodemsanering

Programma

Onderhoud en beheer openbare ruimte

Omschrijving

In het convenant ‘bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties’ is afgesproken dat in 2015 alle bodemverontreinigingen gesaneerd of beheerst zijn die een risico voor de mens vormen (humane spoedlocaties). Daarnaast is afgesproken dat de bodemverontreinigingen die onaanvaardbare risico’s bevatten voor het ecosysteem en/of bijdragen aan de verspreiding van de verontreiniging (de overige spoedlocaties), ook zoveel mogelijk gesaneerd of beheerst zijn. Nagenoeg alle locaties zijn in 2015 beheerst of gesaneerd.
Daarnaast kunnen zich, los van de spoedlocaties, nieuwe situaties aandienen waarbij sprake is van risico's (schadeclaims, saneringen en randvoorwaarden bodem). Er wordt een risicobedrag van € 2,2 miljoen gehanteerd. Voor de kosten van bodemsaneringen, het afdekken van mogelijke schadeclaims en onvoorziene zaken is de bestemmingsreserve bodemsanering beschikbaar.

Risicobedrag 2017

€ 2,2 miljoen

Kans 2017

75%

Risicobedrag 2018

€ 2,2 miljoen

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2019

€ 2,2 miljoen

Kans 2019

75%

Risicobedrag 2020

2,2 miljoen

Kans 2020

75%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2001

Actie

Monitoren en aanpak spoedlocaties (saneren of beheersen).

Naam risico  

Commerciële dienstverlening Stadsbeheer

Programma

Onderhoud en beheer van de openbare ruimte

Omschrijving

Vanaf november 2009 hebben wij aangegeven dat de omzet en de marge van de bedrijfsafvalinzameling onder druk staan. Dit kwam door de blijvende scherpe concurrentie, mede als gevolg van de recessie. Door aanpassingen in de begroting, beginnend herstel van de economie en efficiencyverbeteringen bij de afvalinzameling is dit risico met ingang van de rekening 2014 verkleind, maar nog aanwezig.

Risicobedrag 2017

€ 225.000

Kans 2017

25%

Risicobedrag 2018

€ 225.000

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

€ 225.000

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

€ 225.000

Kans 2020

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

november 2009

Actie

Tussentijds de ontwikkelingen volgen.

Programma 10 heeft geen risico’s

Programma 11 heeft geen risico’s
NBK is onderdeel van risico bezuinigingen

Programma 12

Naam risico 

Vennootschapsbelasting (Vpb) voor overheidsbedrijven

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Vennootschapsbelasting is een belasting die wordt geheven over de fiscale winst welke door een onderneming is behaald. Met ingang van 1 januari 2016 is de gemeente Vennootschapsbelastingplichtig indien en voor zover zij een onderneming drijft. Daar waar binnen de gemeente sprake is van het drijven van een onderneming, zal de Vpb-plicht gaan gelden. Het gaat dan om economische activiteiten waarbij de gemeente in concurrentie treedt (of kan treden) met de markt en daarmee winst behaald. Van die gemeentelijke onderdelen zal dan de fiscale winst moeten worden bepaald.
De gemeente doet voor alle activiteiten die fiscaal als onderneming worden aangemerkt gezamenlijk één aangifte. Daardoor kunnen verliezen bij één onderneming worden gesaldeerd met winsten van andere ondernemingen. Indien geconsolideerd een winst wordt behaald dient maximaal 25% Vpb worden betaald.
De gemeente Groningen heeft vorig jaar haar Vpb activiteiten in beeld gebracht en heeft ondersteund door externe fiscale deskundigheid een inschatting gemaakt van de Vpb effecten. Op grond van deze inventarisaties hebben we onze aanvankelijke inschattingen van te betalen Vpb voor de grondexploitaties, het parkeerbedrijf, Stadsbeheer en overige gemeentelijke activiteiten nader aangescherpt. Daardoor hebben we ons risico neerwaarts bijgesteld. De grootste verwachte gevolgen komen uit het parkeerbedrijf, waar een fiscaal verlies wordt verwacht en van Meerstad waar een fiscale winst wordt verwacht.
Om te komen tot het risicobedrag is uitgegaan van een kans van 50% dat uiteindelijk geen Vpb last ontstaat en een kans van 50% dat een last ontstaat tussen 0 en € 900.000 , dus gemiddeld € 450.000. Door de vermenigvuldiging met de kans van 50% ontstaat het risicobedrag van € 225.000.

Risicobedrag 2017

€ 225.000

Kans 2017

75%

Risicobedrag 2018

€ 225.000

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2019

€ 225.000

Kans 2019

75%

Risicobedrag 2020

€ 225.000

Kans 2020

75%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Doorlopend

Actie

Vanaf medio 2014 is een traject ingezet in de vorm van een programma om te komen tot tijdige implementatie van de Vpb-plicht in de volle breedte van gemeentelijke processen. Het programma team heeft medio 2016 haar resultaten middels een collegevoorstel aan het college aangeboden. Het programmateam is vervolgens opgeheven en de taken zijn overgenomen door de lijnorganisatie.
Vanuit de lijnorganisatie wordt nu gewerkt aan het verder implementeren van de Vpb in de bestaande organisatie. Hiertoe zijn opleidingen gegeven, worden systemen ingericht en zijn processen beschreven. Hiermee borgen we tevens dat nieuwe activiteiten worden getoetst op mogelijke Vpb effecten.
Daarnaast hebben we samen met een externe fiscalist de consequenties voor de grondexploitaties en het parkeerbedrijf in beeld gebracht.
Er hebben in 2016 gesprekken plaatsgevonden met de belastingdienst over de aanpak en gemaakte keuzes. We trachten hiermee een bepaalde mate van zekerheid te krijgen over het uiteindelijke effect van de invoering van de Vpb voor overheidsondernemingen.
Het plan van aanpak is erop gericht om eind 2016 klaar te zijn om een aangifte Vpb te kunnen doen. Overigens dient wel opgemerkt te worden dat het gaat om nieuwe wetgeving voor de gemeente en dat landelijk nog overleg wordt gepleegd over de interpretatie van de wet. Hierdoor bestaat het risico dat gemaakte keuzes wellicht moeten worden herzien en de gevolgen voor de gemeente moeten worden bijgesteld.

Naam risico  

Niet halen bezuinigingen

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Om het tekort in het meerjarenbeeld 2017-2020 op te lossen is bij de begrotingen tot en met 2017 een pakket aan bezuinigingsmaatregelen opgesteld van gemiddeld € 20 miljoen. We moeten er rekening mee houden dat we niet alle voorgenomen bezuinigingen volledig en/of in het gewenste tempo realiseren. We hebben bij de begroting 2017 het risico van elke bezuinigingsmaatregel afzonderlijk beoordeeld. Het risico komt daarmee op € 5 miljoen incidenteel. De kans in totaal is 100% omdat de kans van optreden per maatregel is bepaald.  Dit is conform de werkwijze van de risico boxenmethode.

Risicobedrag 2017

€ 5 miljoen

Kans 2017

100%

Risicobedrag 2018

€ 5 miljoen

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

€ 5 miljoen

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

€ 5 miljoen

Kans 2020

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2014

Naam risico  

Stijging pensioenpremie

Programma

College, raad en gebiedszaken

Omschrijving

Het bestuur van het pensioenfonds ABP waarschuwt voor het risico dat de pensioenpremie volgend jaar moet stijgen. De VNG adviseert gemeenten hier rekening mee te houden in de begroting voor 2017.  Een stijging van het de kosten voor gemeenten kan worden voorkomen door de pensioenregeling aan te passen. Werkgevers moeten hierover met bonden in gesprek, zodat de premie niet of beperkt hoeft te stijgen. Als werkgevers en bonden niet tot overeenstemming komen dan leidt een premiestijging tot een stijging van de personeelskosten van mogelijk ruim 2% in 2017.
Gelet op de onzekerheid of en in welke mate een stijging van de pensioenpremie zich gaat voordoen nemen we in de begroting 2017 een risico op. Het gaat om een structureel risico van € 2,6 miljoen en een kans van optreden van 50%.

Risicobedrag 2017

€ 2,6 miljoen

Kans 2017

50%

Risicobedrag 2018

Kans 2018

Risicobedrag 2019

Kans 2019

Risicobedrag 2020

Kans 2020

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Begroting 2017

Programma 13

Naam risico  

Gemeentefonds

Programma

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald door de omvang en verdeling van het gemeentefonds. De omvang is gekoppeld aan de groei van de rijksbegroting. De huidige raming van de hoogte van de algemene uitkering is gebaseerd op de septembercirculaire 2016.

Vanaf 2015 is landelijk circa € 10 miljard toegevoegd aan het gemeentefonds voor uitvoering van de decentralisaties in het sociaal domein. De omvang van het gemeentefonds stijgt hierdoor landelijk tot circa € 25 miljard in 2017. Het gemeentefonds is hierdoor de vierde grootste uitgavenpost op de rijksbegroting. Groningen ontvangt voor de uitvoering van de decentralisaties € 169,7 miljoen in 2017 (stand septembercirculaire 2016).
De middelen komen in de periode 2015-2017 beschikbaar via een integratie-uitkering in het gemeentefonds. Vanaf 2018 worden de middelen verdeeld via de algemene uitkering.

Op 8 juli 2016 heeft het rijk de nieuwe verdeling per 2017 van het onderdeel VHROSV in het gemeentefonds bekend gemaakt. De nieuwe verdeling houdt in dat de eerder voorgestelde herverdeling per 2017 opnieuw voor 33% wordt doorgevoerd (per 2016 is reeds 33% van de voorgestelde herverdeling doorgevoerd). Hiermee komt het aandeel van de nieuwe verdeelformule uit op 66%. Met deze aanvullende stap van 33% rond het rijk de herverdeling van het subcluster VHROSV (en daarmee het gehele groot onderhoud aan het gemeentefonds) af. Er blijven volgens het rijk teveel onzekerheden bestaan om over te gaan tot het volledig en onverkort invoeren van de voorgestelde nieuwe verdeelformule voor het subcluster VHROSV. De openstaande vraagpunten kunnen het best worden meegenomen in het kader van de fundamentele herziening van de gemeentelijke financiële verhoudingen die voor de komende tijd op stapel staat. Dit betreft een meerjarig herzieningstraject dat binnenkort aanvang zal nemen.

Het BTW-compensatiefonds (BCF) is in stand gebleven. Aan de omvang van dit fonds is een plafond gekoppeld. Overschotten of tekorten op het fonds worden verrekend met het gemeentefonds. In de septembercirculaire 2016 is de verwachte benutting van het BCF geactualiseerd. Het Rijk verwacht een lagere onderschrijding op het fonds. De negatieve bijstelling wordt verrekend met de algemene uitkering. Aangezien we geen betrouwbaardere inschatting kunnen maken van een tekort of overschot op dit fonds nemen we de raming van het rijk op in de algemene middelen. Wanneer hier een actualisatie op plaats vindt, verrekenen we deze ook met de algemene middelen.

Risicobedrag 2017

We hanteren het uitgangspunt dat specifieke kortingen (en uitzettingen) vanuit het rijk één op één met de sector worden verrekend. Voor het overige hanteren we een maximale omvang van het risico van 5% van de ingeschatte algemene uitkering. Het risico bedraagt maximaal € 21,9 miljoen (naar boven of naar beneden). We gaan er vanuit dat de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel, hierdoor reserveren we hiervoor geen specifiek weerstandsvermogen.

Kans 2017

We gaan er vanuit dat de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel, hierdoor reserveren we hiervoor geen specifiek weerstandsvermogen.

Risicobedrag 2018

Kans 2018

Risicobedrag 2019

Kans 2019

Risicobedrag 2020

Kans 2020

Structureel/Incidenteel

1e signaleringsmoment

1995

Actie

Forse afwijkingen worden zoveel mogelijk voorkomen en verkleind door het realistisch en stabiel ramen van de uitkeringen.

Naam risico  

Renterisico

Programma

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De renteveronderstellingen voor de begroting zijn gebaseerd op de in het voorjaar bij het meerjarenbeeld verwachte ontwikkeling van de rente. De werkelijke renteontwikkeling kan hoger of lager uitvallen. Een beperkte afwijking zal zich zeker voordoen. Mutaties in de rente hebben gevolgen voor het resultaat. Het risico op een netto voordelig resultaat is even groot als het risico op een netto nadelig resultaat.

Risicobedrag 2017

0

Kans 2017

50%

Risicobedrag 2018

0

Kans 2018

50%

Risicobedrag 2019

0

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

0

Kans 2020

50%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Doorlopend

Actie

We hebben een rente egalisatie reserve waarmee schommelingen in het resultaat als gevolg van de renteontwikkeling opgevangen kunnen worden. De omvang van deze reserve is € 1,75 miljoen.

Programma 14 heeft geen risico’s